Hoofdstuk 6. Balans

Materiële vaste activa

Inleiding
De raad heeft op 31 oktober 2018 besloten een stelselwijziging door te voeren met betrekking tot het startmoment van afschrijven van kapitaalgoederen en het integraal doorvoeren van restwaarde voor het gehele vastgoed. Daarnaast heeft de raad besloten om de onderhoudsmethode integraal toe te passen voor het vastgoed. Hieronder wordt een nadere toelichting gegeven op bovengenoemde stelselwijzigingen.

Moment van starten met afschrijvingen
Binnen  de gemeente Groningen werd gestart met afschrijven op de 1e van de maand na het gereedkomen c.q. de aanschaf van een investering. Op grond van de verslaggevingsregels is dit niet langer toegestaan. De gemeente heeft – binnen de keuzes die de verslaggevingsregels biedt - gekozen om met ingang van 1 januari 2018 het startmoment van afschrijven te wijzigen naar het boekjaar volgend op het jaar waarin het kapitaalgoed gereed komt/verworven wordt. Het effect van deze wijziging op het resultaat 2018 en het vermogen per 31 december 2018 bedraagt 4,2 miljoen euro. Omdat de stelselwijziging prospectief verwerkt wordt, heeft deze geen effect op het vermogen per 1 januari 2018.

Integraal doorvoeren van restwaarde en integraal toepassen van de onderhoudsmethode voor het vastgoed
De gemeente Groningen hield bij publieke parkeergarages en gebouwen die behoren tot het kernvastgoed rekening met restwaarde. Bij de overige gebouwen werd geen rekening gehouden met restwaarde. Vanuit de wens om een integraal activeringsbeleid te hanteren en ingegeven vanuit de verslaggevingsregels – waarin aangegeven dat het activeringsbeleid consistent moet worden toegepast voor dezelfde activacategorieën – is besloten om bij de overige gebouwen ook rekening te houden met restwaarde. De hoogte van de restwaarde wordt ingesteld afhankelijk van de functie van het gebouw en dan alleen bij verwachte instandhouding van het gebouw na afloop van de gebruiksduur. Daarnaast is rekening gehouden met de te maken kosten voor verwijdering of vernietiging van (delen van) het gebouw. Als gevolg van het invoeren van restwaarde zullen de kapitaallasten afnemen.

De gemeente heeft voorts besloten de ‘onderhoudsmethode’ integraal door te voeren. Met de ‘onderhoudsmethode’ wordt bedoeld dat een vastgoedobject als één geheel wordt geactiveerd, en één afschrijvingstermijn wordt gehanteerd voor het gehele object. De samenstellende delen die een kortere gebruiksduur hebben dan de gebruiksduur van het gehele vastgoedobject, en dus eerder vervangen moeten worden, vallen onder het groot onderhoud. Via het vormen van een onderhoudsvoorziening worden de kosten van het toekomstig groot onderhoud gelijkmatig gespreid in de tijd. Als gevolg van het integraal doorvoeren van de ‘onderhoudsmethode’ zullen de kapitaallasten afnemen, doordat alle samenstellende delen worden afgeschreven over de resterende gebruiksduur van het gebouw als geheel, welke veelal een langere gebruiksduur kent dan de afzonderlijke delen. Daarentegen zal als gevolg van het toepassen van deze methode een structureel hogere dotatie aan de onderhoudsvoorziening noodzakelijk zijn, omdat vervanging van samenstellende delen met een kortere gebruiksduur via de onderhoudsvoorziening plaatsvindt.

Materiële vaste activa

(Bedragen x 1.000)

Boek-waarde 31-12-2017

Verschuiving gedurende het jaar

Investe-ringen

Desinveste-ringen

Bijdragen van derden

Af-schrijving
2018

Afwaar-
deringen

Boekwaarde 31-12-2018

Gronden en terreinen

118.620

7.745

13.002

325

176

4

138.862

Woonruimten

50

50

0

Bedrijfsgebouwen

400.108

12.697

47.793

1.826

9.663

449.109

Grond, weg & waterbouwkundige werken

170.236

1.292

14.376

3.000

772

4.665

177.467

Vervoersmiddelen

9.011

-527

2.206

7

1.830

8.853

Machines, apparaten en installaties

39.295

-20.077

4.847

3

3.813

20.249

Totaal overige materiële vaste activa

382.462

-1.130

25.844

17

8.571

14.475

384.113

Totaal  materiële vaste activa

1.119.782

0

108.068

5.178

9.519

34.500

1.178.653

waarvan economisch nut

593.438

369

69.775

2.160

376

18.851

642.195

waarvan economisch nut heffinggerelateerd

162.787

741

15.171

3.001

572

4.833

170.293

waarvan maatschappelijk nut t/m 2016

336.462

-2.657 

5.417

17

9.824

329.381

waarvan maatschappelijk nut vanaf 2017

27.095

 1.547

17.704

8.571

992

36.783

Vanaf 2017 moeten alle investeringen opgenomen worden bij de Materiële Vaste Activa en naar gebruiksduur worden afgeschreven. Dus ook de investeringen met maatschappelijk  nut. Tot 2017 mochten de investeringen met maatschappelijk nut in één keer ten laste van de rekening worden gebracht. Vanaf 2017  moeten deze investeringen volgens de nieuwe BBV regelgeving geactiveerd worden. Om die reden is er voor de maatschappelijk nut investeringen onderscheid gemaakt tussen investeringen voor 2017 en vanaf 2017. In 2018 is totaal voor een bedrag van 108,1 miljoen geïnvesteerd. Daarnaast is er een bedrag van 34,5 miljoen euro afgeschreven op Materiële Vaste Activa. Onder de categorie gronden en terreinen zijn ultimo 2018 991 in erfpacht uitgegeven gronden voor een bedrag van 28,5 miljoen euro opgenomen.

ga terug