Paragraaf 2: Duurzaamheid

Wat wilden we bereiken in 2018?

In 2035 willen we een CO 2 -neutrale stad zijn. En we willen dat duurzaamheid een uitgangspunt is in alles wat we doen. Dit biedt tevens economische kansen voor Groningen, om groene energiehoofdstad van Nederland te zijn. Om dat te bereiken voeren we het in 2015 geactualiseerde programma 'Groningen geeft energie' uit. We realiseerden ons dat we ondanks de programmatische aanpak nog ver weg zijn van het beoogde einddoel. In 2018 hebben we met extra investeringen lopende initiatieven versneld en opgeschaald, met een focus op energiebesparing in woningen en bedrijven en de wijkenergieaanpak. Maar ook in opwekking van energie is extra ingezet. Daarnaast presenteerden wij aan u de ‘Routekaart Groningen CO 2 -neutraal 2035’. De uitkomst van een intensief en lang traject met onze partners uit het platform ‘Groningen Energieneutraal’. In deze jaarrekening leest u over de resultaten van deze inzet.  

Duurzaamheid gaat niet alleen over energie en economie, maar ook over onze leefomgeving, ons voedsel, grondstoffen en hoe we met elkaar omgaan. Daarom willen we duurzaamheid steviger verankeren in alle reguliere beleidsprogramma’s. Een duurzame stad is een stad waar het goed toeven is voor bewoners en bezoekers. Maar ook een volhoudbare stad, waar overheid, burgers, bedrijven en kennisinstellingen gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor ‘duurzame ontwikkeling’, een stad met een innovatieve economie die inspeelt op duurzame kansen en werk biedt aan laag- en hoogopgeleiden. Aan het einde van deze paragraaf leest u ook over de ontwikkelingen van duurzaamheid in het reguliere beleid.

Wat hebben we hiervoor gedaan?

We hebben activiteiten uitgevoerd die gepland waren in de begroting 2018 en het programma “Groningen geeft energie”. In 2018 hebben we daarbij onze focus gelegd op Groningen Aardgasloos 2035 en de bijbehorende wijkaanpak, de intensivering van energiebesparing bij particuliere woningeigenaren (Groningen Woont Slim) en de ontwikkeling van een actieprogramma energiebesparing bij bedrijven. Met het energieprogramma hebben we zo in 2018 een stap voorwaarts gezet.

In 2018 hebben we met de routekaart geschetst hoe de gemeente Groningen in 2035 CO 2 -neutraal kan zijn, en wat er moet gebeuren om daar te komen. De Routekaart laat zien in hoeverre de gemeente in staat is om op haar eigen grondgebied de transitie naar een volledig duurzame energievoorziening te maken en waarvoor de gemeente Groningen afhankelijk is van de omliggende regio. In deze Routekaart is het doel voor 2035 veranderd van energie neutraal naar CO 2 -neutraal. Het gaat namelijk niet om de balans tussen de hoeveelheid opgewekte en gebruikte energie in de stad. Het gaat erom of alle energie die we in de stad gebruiken, duurzaam is opgewekt. CO 2 -neutraal leggen wij daarbij hetzelfde uit als volledig duurzaam. De Routekaart is te beschouwen als een stip op de horizon en verbindt het heden met de gewenste toekomst. Het eindbeeld is niet in beton gegoten. Het is opgesteld met de huidig beschikbare kennis. Externe factoren, zoals voortschrijdend inzicht, veranderingen van nationaal beleid en technische vooruitgang, zullen leiden tot aanpassingen in het eindbeeld.

De CO₂-uitstoot die is te relateren aan energiegebruik in de gemeente Groningen bedraagt 1. 250 kton in 2017. Hiervan wordt ongeveer de helft door bedrijven en instellingen uitgestoten, een kwart door woningen en een kwart door verkeer en vervoer. Opgave is deze 1.250 kton in zeventien jaar (2019 – 2035) terug te brengen naar (bijna) 0 kton. Dit is geen eenvoudige opgave. In de afgelopen decennia is het energiesysteem maar weinig veranderd. Het bereiken van het doel maakt Groningen koploper in de energietransitie. Dit biedt de kans om een nieuwe kennispositie en economisch perspectief te creëren. Groningen kan zo haar betekenisvolle bijdrage aan de nationale energievoorziening overeind te houden.

Het doel voor 2035 is ambitieus. Het gemeentelijke doel loopt voor op de ambitie van het Rijk en veel private partijen. Daarom vragen de doelen om een gedegen strategie en actieve inzet vanuit de gemeente. De gemeente kan vanuit haar rol en verantwoordelijkheden de energietransitie ondersteunen. De gemeente voert hiervoor autonoom beleid en heeft budget beschikbaar. Wij beschikken over verschillende typen beleidsinstrumenten: stimuleren, (de)reguleren, financieren, faciliteren, enthousiasmeren en soms ook initiëren. Er zijn diverse voorbeelden van deze instrumenten in de praktijk, zoals de oprichting van het Dutch Heat Centre , woningbezitters stimuleren via het loket Groningen Woont SLIM en bedrijven ondersteunen bij het nemen van energiebesparende maatregelen. In de afgelopen jaren is het platform Groningen Energieneutraal 2035 (www.groningenenergieneutraal.nl ) een belangrijk onderdeel geworden van het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid. Via dit platform hebben 41 bedrijven en instellingen zich vrijwillig verbonden om samen met de gemeente te werken aan de duurzaamheidsambities. De versnellingstafels, georganiseerd vanuit dit platform, laten mooie resultaten zien zoals de Green CityTree bij het Waterbedrijf Groningen, de installatie van minstens honderd warmtepompen in de gemeente en de uitvoering van een gezamenlijke biomassaverkenning. Toch zijn we met de huidige inzet niet op schema om in 2035 CO 2 -neutraal te zijn. Uit de Energiemonitor blijkt dat Groningen tussen 2013 en 2017 van 3,8 procent naar 5,9 procent duurzame energie is gegaan.

De klimaattop in Parijs (COP21) in 2015 leverde een mondiaal akkoord op. Bijna alle landen ter wereld hebben daarmee afgesproken dat de globale temperatuurstijging ‘ruim onder 2 °C’ moet blijven. Het kabinet Rutte III heeft in het regeerakkoord een ambitieuze klimaat- en energieagenda geformuleerd. Deze agenda is niet alleen ingegeven vanuit de plicht om bij te dragen aan de mondiale klimaatopgave, maar ook vanuit de wens om de kracht van de Nederlandse economie verder te versterken en de kansen die de transitie biedt optimaal te benutten. Aan het einde van 2018 werd het concept-Klimaatakkoord gepresenteerd en in de zomer van 2019 moet deze ondertekend worden, waarna gestart kan worden met de uitvoering. Tijdens de ontwikkeling van dit nationale beleid blijft de gemeente Groningen – samen met de provincie Groningen – in de belangenbehartiging belangrijke punten voor de energietransitie op lokaal niveau inbrengen. Daarbij borduren we voort op het Gronings Bod en spitst de lobby zich toe op specifieke onderdelen van het bod, zoals ‘wind op zee’, ‘waterstof’ en ‘aardgasloos wonen’. Een belangrijk onderdeel van de uitwerking van het Klimaatakkoord is de Regionale Energiestrategie. Ook in de regio Groningen is hiermee een start gemaakt in 2018.

In Regionale Energie Strategieën (RES) worden veel nationale afspraken uit het Klimaatakkoord in de praktijk gebracht. Dit gebeurt in een landelijk dekkend programma van 31 regio’s. In de RES werken overheden met maatschappelijke partners, netbeheerders (voor gas, elektriciteit en warmte), het bedrijfsleven en bewoners regionaal gedragen keuzes uit. Dit doen zij voor de opwekking van duurzame elektriciteit (doel is 35 TWh opwekking op land), de warmtetransitie in de gebouwde omgeving (van fossiele naar duurzame bronnen) en de daarvoor benodigde opslag- en energie-infrastructuur. Deze keuzes worden vertaald naar gebieden, projecten en naar de implementatie en uitvoering van die projecten. De focus in de RES ligt op de opgaven van de tafels ‘Gebouwde Omgeving’ en ‘Elektriciteit’.

In Groningen wordt sinds september 2018 gewerkt aan de voorbereiding van de RES voor de provincie Groningen. De twaalf gemeenten, de provincie en de twee waterschappen werken hiervoor samen. De eerste formele stap is in januari 2019 gezet bij het ondertekenen van de intentieverklaring RES Groningen, die de aftrap vormt voor het maken van de RES, met een beschrijving van de energiedoelstellingen en de manier waarop die worden ingevuld. Dat is ook het moment dat maatschappelijke partners zijn betrokken bij het verdere proces.

Met de Energiemonitor houden we doorlopend in beeld hoe we vorderen met onze doelstelling. In 2018 zijn we gestart de energiemonitor meer toe te spitsen op CO 2 -uitstoot, omdat dat ook de (inter)nationale tendens is. Voor 2017 hebben we de gegevens van de nieuwe gemeente in beeld gebracht.
 

Prestatie-indicatoren

Behaald

2014

Behaald
 2015

Behaald
2016

Behaald

2017

Totale energiegebruik in Groningen

15.355 TJ

15.576 TJ

15.130 TJ

17.787 TJ *

Totale hoeveelheid geproduceerde duurzame energie

637 TJ

699 TJ

821 TJ

1.050 TJ

Aandeel duurzame of hernieuwbare energie

4,1%

4,5%

5,4%

5,9%

Totale C02-uitstoot in kton 2)

1.192

1.172

1.116

1.250

* Toename is te verklaren door de herindeling van de gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer.

Er is een nieuwe rekenwijze toegepast voor de totale CO2-uitstoot. De uitstoot in 2014, 2015 en 2016 is daardoor hoger dan eerder werd gerapporteerd. Vanaf 2017 wordt in de rekenmethode ook de CO2-uitstoot meegerekend t.g.v. elektriciteitsopwekking buiten de gemeentegrenzen, voor zover deze in de gemeente Groningen wordt benut. Dit betekent in 2014 dat de CO2-uitstoot 1.192 kton is, in plaats van de eerder vermelde 766 kton. Hier staat tegenover dat bij de geproduceerde duurzame energie nu ook een proportioneel aandeel van opgewekte stroom door windmolens op zee wordt meegerekend. Deze is in 2016 fors toegenomen ten opzichte van 2015.

Verdeling energiegebruik in 2017

Terajoule

%

Huishoudens

5.573

31

Bedrijven en instellingen

7.851

44

Verkeer en vervoer

4.363

25

Totaal

17.787

100

Hernieuwbare energie per bron in 2017

Terajoule

%

Biomassa (vergisting en verbranding)

659

62,9

Bodemenergie

96

9,2

Zonne-energie 

114

10,8

Windenergie op land + op zee *)

2 + 117

11,4

Overige bronnen

60

5,7

Totaal

100,0%

*) Veruit het grootste deel van de windstroom is opgewekt op zee. Deze wordt voor een deel (op basis van het gewicht van de gemeente Groningen in het landelijke energiegebruik) toegerekend aan de gemeente Groningen.

Conclusie   

De snelheid van de ontwikkelingen in de energietransitie neemt toe door steeds meer maatschappelijk bewustzijn, politieke ontwikkelingen onder invloed van het nieuwe kabinet en de gaswinningsproblematiek. De transitie is een technische, financiële en sociaaleconomische opgave. En op alle onderdelen moet nog politieke discussie plaatsvinden om de transitie verder te brengen, bijvoorbeeld als het gaat om verdeling en betaalbaarheid van de kosten en de relatie tussen tempo van en draagvlak voor de transitie. Met de totstandkoming van het concept-Klimaatakkoord en de uitspraak van de rechter in de Urgenda-zaak is weer duidelijker geworden wat er op dit vlak van de overheid verwacht wordt, maar ook de komende jaren blijft het werkveld dynamisch en zullen we ons al stad telkens weer moeten aanpassen aan en reageren op landelijk beleid en landelijke wet- en regelgeving. Hoewel we als stad flink inzetten op de energietransitie, realiseren we ons dan ook dat de uitdaging zo groot is dat we dit als stad niet alleen voor elkaar kunnen krijgen. Daarnaast is CO 2 -reductie niet ons enige doel. We zien ook economische kansen in de energietransitie.

ga terug