Hoofdstuk 1. Financieel beeld

Het resultaat voor bestemming over 2018 bedraagt 40,0 miljoen euro positief. Dit resultaat bestaat uit diverse afwijkingen die in de rekening per programma zijn toegelicht. De belangrijkste resultaten betreffen:

Bedragen x 1.000 euro

Rekening 2018

Actualisatie nominale compensatie

0,8

BTW comp fonds

1,2

Gemeentefonds

17,8

Bezuinigingen

-5,6

Bezuinigingen Restwaarde

-1,2

Saldo financieringsfunctie

0,3

Bussiness Case Outsourcing

1,1

Dividenden

0,5

Organisatie ontwikkelkosten

-1,0

Bedrijfsvoering

-1,9

Herindeling

-0,9

Flankerend beleid

-0,5

Frictiekosten

-3,4

Extra Beleid

7,1

Gebiedsgericht werken

2,2

OZB

2,1

Bouwleges

2,7

Renovatie Simon van Hasseltschool

0,8

Onderwijshuisvesting

0,7

Parkeerbedrijf

1,7

Grond

11,2

SIF

3,9

Intensiveringsmiddelen duurzaamheid

-0,5

Plankosten externe projecten

0,4

Rente beklemde reserve kap lasten

0,4

Akkoord van Groningen

0,3

Logiesbelasting

0,6

Precario belasting

0,5

Veiligheidsregio

0,6

Groot onderhoud openbare ruimte

1,8

Dotatie voorziening oh graven

-2,8

Bedrijfsafval

0,7

WMO

-3,4

Tekort Jeugd

-8,4

Innovatiemiddelen Jeugd

0,6

Afwikkeling Subsidies

2,0

Maatschappelijke Opvang

0,4

Kansenbeleid

0,7

Schuldhulpverlening

0,9

Bijzondere bijstand

-0,3

BUIG

1,0

Transitievergoeding SW

0,5

Verhoogde Asielinstroom

1,4

WIJ

-0,3

WIZ

1,6

Overig

1,5

Eindtotaal

40,0

TOELICHTING

Actualisatie nominale compensatie (V 815 duizend euro)
De nominale ontwikkelingen (loon- en prijsontwikkelingen) stellen we ten opzichte van de begroting bij. De loonkosten nemen in 2018 met 0,3 procent af vanwege een sociale lastenmutatie. Op basis van ramingen van het CPB verwachten wij voor 2018 een toename van de prijsontwikkeling van 0,2 procent. Daarnaast is nog sprake van een nacalculatie over 2016. Het totale voordeel komt daarmee op 815 duizend euro.

BTW compensatiefonds (V 1,2 miljoen euro)
In 2018 is een aantal langlopende suppleties, die zijn ingediend over voorgaande jaren, door de belastingdienst beschikt. Aangezien per saldo btw is teruggevorderd, wordt deze suppletie uitgekeerd inclusief rente. Hierdoor ontstaat een voordeel van 149 duizend euro. Ook wordt jaarlijks het mengpercentage in de BTW herrekend. Deze wordt op nihil begroot, maar levert dit jaar een voordeel op van 92 duizend euro. Tenslotte zijn aan het eind van het jaar enkele grotere projecten in de riolering afgerond. Dit komt omdat we vorig jaar een aantal projecten hebben doorgeschoven. Het blijkt dat sanering van riolering niet elk jaar een gelijkmatige omvang heeft. Per saldo is 973 duizend euro meer aan BTW ten laste van de riolering geboekt dan was begroot. Deze last vormt een even grote opbrengst uit BTW Compensatiefonds.

Gemeentefonds (V 17,8 miljoen euro)
Het resultaat op de algemene uitkering gemeentefonds bedraagt 17,8 miljoen voordelig. Het voordelige resultaat betreft de optelsom van een aantal afwijkingen waarvan de grootste componenten hierna worden toegelicht. Het grootste deel van het resultaat betreft middelen die uit de decembercirculaire gemeentefonds, we ontvangen hierdoor 21,8 miljoen euro meer dan was begroot. De decentralisatie-uitkering ‘voorziening knelpunten sociaal domein’ (stroppenpot sociaal domein) is hiervan met 13,7 miljoen euro de grootste. Daarnaast is er sprake van een lager accres van ongeveer 3 miljoen euro. Een aantal overige voor-en nadelen tellen op tot een nadeel van 1 miljoen euro. In programma 13 is een uitgebreide toelichting op de algemene uitkering opgenomen.  

Bezuinigingen (N 6,8 miljoen euro)
In de begroting 2018 zijn dekkingsbronnen opgenomen van 13,4 miljoen euro. Daarvan is 6,7 miljoen euro gerealiseerd. Dat betekent dat we over de bezuinigingen in 2018 een nadelig resultaat hebben van 6,8 miljoen euro. Daarvan heeft 3,7 miljoen euro betrekking op de organisatie en 3,1 miljoen euro op bestuurlijke bezuinigingen. Een uitgebreide toelichting op de bezuinigingen is opgenomen in overzicht 17 van de gemeenterekening 2018.

Saldo financieringsfunctie (V 327 duizend euro)
Korte mismatchfinanciering (V 383 duizend euro)
In 2018 bedroeg de korte mismatch benutting 75,7 miljoen euro. Het rentevoordeel daarbij bedraagt 1,133 miljoen euro. Dit voordeel ontstaat doordat het rentetarief voor langlopende leningen is begroot op 1,50%, terwijl de korte rentetarieven onder de nul procent liggen. Van het rentevoordeel is in de begroting reeds 750 duizend euro ingeboekt. Het netto voordeel bedraagt 383 duizend euro.

Rente kort vermogen (V 486 duizend euro)
Er is gemiddeld voor 58,5 miljoen euro aan kasgeldleningen aangetrokken. Doordat de korte rente onder de nul procent ligt ontvangen we in totaal 486 duizend euro.

Overig Treasury (V 5 duizend euro)
In 2018 hebben we gemiddeld voor 52,3 miljoen euro aan nieuwe consolidatieleningen afgesloten. Doordat we die leningen tegen gunstige tarieven hebben afgesloten, ontstaat er ten opzichte van de begroting een voordeel van 361 duizend euro. Aan geldmakelaars hebben we bij het afsluiten van leningen in totaal 174 duizend euro aan provisiekosten betaald. Deze kosten zijn afhankelijk van de hele looptijd van de bemiddelde lening, maar worden vooraf betaald. Nacalculatie van de Grex-rente leidt tot een nadeel van 157 duizend euro. De overige afwijkingen tellen op tot een nadeel van 25 duizend euro.

Aanpassing rentepercentages (N 547 duizend euro)
In het verleden zijn er voor diverse activa interne rente tarieven gehanteerd die hoger of lager waren dan het rente-omslagpercentage. Het is conform het BBV echter alleen toegestaan om afwijkende percentages te hanteren, indien sprake is van afzonderlijk aangetrokken leningen (projectfinanciering). Aanpassing naar het hanteren van het rente-omslagpercentage leidt tot lagere rentelasten op het inhoudelijke programma en tot een nadeel op de financieringsfunctie van 547 duizend euro.

Business case Outsourcing ICT (V 1,1 miljoen euro)
De business case outsourcing is een meerjarig project. Door verschuivingen tussen jaren kunnen op jaarbasis afwijkingen ontstaan. Vanuit voorgaande jaren is sprake van een nadeel ten opzichte van de ingeboekte bezuinigingen. Tegenover deze nadelen staat dat in 2018 minder aan projectuitgaven werd besteed. Daarnaast heeft er een vrijval plaatsgevonden van de voorziening welke in 2017 is gevormd. Per saldo resulteert dit in een overschot van 1,1 miljoen euro.

Dividenden (V 529 duizend euro)
Op de dividenduitkeringen valt een voordeel van 529 duizend euro te noteren. Er is in totaal 2,066 miljoen euro aan dividend ontvangen. Van Enexis (1,044 miljoen euro) en BNG (833 duizend euro) zijn hogere bedragen ontvangen dan geraamd, terwijl er 189 duizend euro aan dividendbelasting over 2017 is terugontvangen. Er was in de begroting rekening gehouden met een ontvangst van 1,537 miljoen euro.
 
Organisatie ontwikkelingskosten en opleidingen (N 1,0 miljoen euro)
Binnen de organisatie zijn door diverse interne en externe ontwikkelingen 284 duizend euro extra lasten voor de organisatie ontwikkelingskosten ontstaan. Een voorbeeld hiervan is ontwikkelprogramma SSC "fit voor de toekomst". Daarbij is er ook meer geïnvesteerd in opleidingen voor het personeel. Hier zijn 707 duizend euro aan hogere lasten gerealiseerd.

Bedrijfsvoering (N 1,9 miljoen euro)
Bij een aantal onderdelen in de organisatie is er een afwijking in de lasten van de bedrijfsvoering, met name op personeelskosten. Per saldo geeft dit 1,9 miljoen euro aan hogere lasten. Dit wordt veroorzaakt door het uitvoeren van extra taken die niet waren begroot. Dit betreft grotendeels de bedrijfsvoering binnen de uitvoerende directies als gevolg van een grotere vraag naar ondersteuning die niet kon worden doorbelast. Deze ondersteuning wordt deels ingezet met extern personeel, omdat dit tijdelijke taken betreffen.

Gemeentelijke herindeling (N 931 duizend euro)
In april 2018 vond definitieve besluitvorming in Tweede, en in juli in Eerste Kamer plaats over de herindeling per 1 januari 2019. Daardoor was er slechts een zeer korte periode voor het uitvoeren van de noodzakelijke herindelingswerkzaamheden. Ter dekking van de herindelingskosten stelt BZK in de periode 2017-2022 middelen ter beschikking. Vanwege de korte doorlooptijd lopen deze te ontvangen rijksbijdragen niet gelijk op met de te maken kosten. Hierdoor laten de huidige prognoses ten opzichte van de reeds ontvangen gelden in 2018 een tekort zien van ongeveer 1,2 miljoen euro. Binnen Haren en Ten Boer zijn de uitgaven voor de herindeling in 2018 gezamenlijk 0,3 miljoen euro lager geweest dan de beschikbare financiering. Deze middelen zijn toegevoegd aan de gemeentelijke herindeling om de gezamenlijke uitgaven te dekken. Het resterende tekort van 931 duizend euro wordt in de periode 2019-2022 uit resterende rijksbijdragen gedekt.

Flankerend beleid (N 528 duizend euro)
De besteding uit flankerend beleid kan van tijd tot tijd fluctueren. Dit jaar is er voor 1,1 miljoen euro een beroep op het budget gedaan. Voor een groot deel (ca 980 duizend euro) betreft het medewerkers in het kader van de ICT outsourcing. In totaal betekent dit een nadeel van 528 duizend euro.

Frictiekosten (N 3,4 miljoen euro)
Het tekort op de frictiekosten bedraagt voor 2018 3,4 miljoen euro. Dit wordt veroorzaakt door een tekort op de exploitatie van 2,0 miljoen euro voor reorganisaties. Daarnaast zijn er voor overige maatregelen een beroep gedaan op dit budget voor 0,5 miljoen euro en heeft er een dotatie aan de voorziening frictiekosten plaatsgevonden van 0,9 miljoen euro.

Extra Beleid (V 7,1 miljoen euro)
Jaarlijks ontstaat in de rekening een resultaat onder beschikbare middelen omdat extra beleid niet (geheel) wordt uitgegeven. In principe dienen de beschikbare incidentele middelen extra beleid binnen twee jaar te worden besteed. Het voordeel op vrijval van incidenteel beleid bedraagt in 2018 5,1 miljoen euro en betreft:

Omschrijving
(Bedragen x 1.000 euro)

Bedrag

V/N

Suikerfabriekterrein

115

V

Noordelijk Scheepvaartmuseum

54

V

Interne plankosten zuidelijke ringweg

160

V

Groot onderhoud kinderboerderijen

-110

N

Extra trainees

275

V

Noordelijk belastingkantoor

343

V

Grenscorrectie Meerstad

12

V

Subsidie uitvoeringskosten SW

233

V

BUIG

374

V

Structurele kapitaallasten ruilmiddelen

750

V

Schoonmaak sportaccomodaties

45

V

Profesionalisering evenementen

50

V

Interne verzelfstandiging Oosterpoort

65

V

Verzelfstandiging CBK

226

V

Interne plankosten zuidelijke ringweg

200

V

Uitvoering Watervisie

156

V

Uitvoering taken omgevingslawaai

55

V

Gladheid gele stenen

74

V

Frictiekosten Noordelijk belastingkantoor

160

V

Uitbreiding formatie ombudsman

26

V

Gebiedsgericht werken

1.383

V

Strategische positionering

136

V

Revitalisering Stadhuis

342

V

5.124

V

Daarnaast is er sprake van incidentele vrijval van structureel beschikbaar gesteld extra beleid. In 2018 is 3,9 miljoen euro van het structureel beschikbaar beleid niet ingezet. Het gaat om:

Extra beleid
(Bedragen x 1.000 euro)

Omschrijving

Bedrag

V/N

Uit 2013

Bereikbaarheid

501

V

Uit 2015

Schuldhulpverlening

70

V

Uit 2015

Intensiveren leren

487

V

Uit 2015

Thema Bewegen

76

V

uit 2015

Thema Verplaatsen

1.047

V

Uit 2015

Thema Wonen

155

V

Uit 2016

Onderhoud papiermolen

96

V

Uit 2016

Extra kleedkamers sportpark Corpus den Hoorn

34

V

Uit 2016

Bouw sportcentrum Europapark

300

V

Uit 2017

Thema Verrijken

50

V

uit 2018

Collectieve zorgverzekering

45

V

Uit 2018

Onderhoud Oosterpoort

535

V

Uit 2018 

Spaarregeling Ringwegen

431

V

Uit 2018

Energieaanpak gebouwen

90

V

Uit 2018

Omgevingsdienst Groningen

33

V

3.950

V

De vrijval Extra Beleid telt in totaal op tot 9,074 miljoen euro. Een aantal van bovenstaande posten zijn nauw verbonden met andere resultaten en derhalve in de toelichting op het resultaat daar mee genomen. Het gaat daarbij om de post Gebiedsgericht werken, deze post is opgenomen in de toelichting op  het totale resultaat bij Gebiedsgericht werken. De vrijval  Collectieve zorgverzekering hoort bij de Bijzondere Bijstand. Tot slot is het bedrag dat gespaard wordt voor ringwegen opgenomen in de toelichting op het resultaat SIF. Deze posten tellen op tot 1,9 miljoen euro. Onder de toelichting op Extra Beleid resteert dan 7,145 miljoen euro.  

Gebiedsgericht werken (V 2.2  miljoen euro)
Doorlopende exploitatie projecten gebiedszaken (V 706 duizend euro)
Middelen voor door de raad als meerjarig aangemerkte projecten blijven beschikbaar gedurende de looptijd van het project. Voor 2018 gaat het om de resterende middelen voor de projecten Buurtaccommodatie Oosterparkwijk (320 duizend euro), Heerdenaanpak (209 duizend euro) en Coöperatieve wijkraad (177 duizend euro). In 2018 zijn deze projecten nog niet volledig afgewikkeld.

Middelen uitvoering gebiedsprogramma (V 1,383 miljoen euro)
De uitvoering van het gebiedsprogramma doen we samen met de burgers en andere belanghebbenden in de wijk. Voor een zorgvuldig participatieproces is in de notitie "één integraal afwegingsmoment" een bestedingstermijn van 2 jaar vastgesteld door de raad. In 2018 is 1,383 miljoen euro niet besteed.

Koersdocumenten wijkvernieuwing (V 765 duizend euro)
Met het vaststellen van het uitvoeringsprogramma "Koersdocumenten Wijkvernieuwing" is 1,75 miljoen euro aan middelen vanuit het Stedelijk Investeringsfonds beschikbaar gesteld. Hiervan is 765 duizend euro niet besteed.

Wijkontwikkeling Selwerd (N 696 duizend euro)
In 2018 zijn voor een bedrag van 696 duizend euro aan kosten gemaakt voor de verdere wijkontwikkeling Selwerd. Deze kosten worden ten laste gebracht van de hiervoor geoormerkte middelen in het Stedelijk Investerings Fonds.

Overig (V 74 duizend euro)
Diverse overige posten tellen op tot een voordeel van 74 duizend euro.

Onroerendzaakbelasting (V 2,1 miljoen euro)
In 2018 is 65,7 miljoen euro begroot. We hebben 2,1 miljoen euro meer onroerende zaakbelasting ontvangen dan geraamd. De economische waarde van de woningen en bedrijven in de stad valt hoger uit dan ten tijde van de berekening van de tarieven werd voorzien. Op dat moment waren de taxaties van de woningen en bedrijven niet afgerond en voor het niet getaxeerde deel zijn aannames gedaan. In werkelijkheid vallen de taxaties hoger uit. Daarnaast wordt bij de bepaling van de OZB-opbrengst rekening gehouden met een jaarlijkse volumegroei (saldo nieuwbouw en sloop) van 300 duizend euro. Door de huidige economische situatie valt de volumegroei hoger uit.  Deze hogere taxatieswaardes en volumegroei leiden in 2018 tot een meeropbrengst van 1,3 miljoen euro en voor de oude jaren 680 duizend euro. Daarnaast valt de leegstand lager uit. Dit leidt tot een voordeel van 130 duizend euro.

Bouwleges (V 2,7 miljoen euro)
In 2018 is een meeropbrengst op de bouwleges gerealiseerd van 2,5 miljoen euro. Deze meeropbrengst is vooral gerealiseerd bij de kleinere bouwaanvragen. Hierbij gaat het om projecten met een omvang van kleiner dan 7 miljoen euro. In totaal bedraagt hiervoor de meeropbrengst 2,1 miljoen euro. Bij de grotere bouwaanvragen in het geval van projecten groter dan 7 miljoen euro, bedraagt deze meeropbrengst 0,4 miljoen euro.

Renovatie Heesterpoort (V 816 duizend euro)
Voor het meerjarig project renovatie Heesterpoort (oude Simon van Hasseltschool) is 1 miljoen euro  beschikbaar gesteld, hiervan is 184 duizend euro uitgegeven.

Onderwijshuisvesting (V 679 duizend euro)
Het resultaat bij onderwijshuisvesting van 679 duizend euro bestaat uit onderstaande onderdelen:

Programma onderwijshuisvesting (V 517 duizend euro )
We hebben de wettelijke taak om huisvesting te verzorgen voor scholen in het primair en secundair onderwijs. In dit kader worden aan scholen beschikkingen afgegeven om werkzaamheden uit te voeren aan de schoolgebouwen. Omdat beschikkingen aan de scholen ook gedurende het jaar afgegeven worden zijn de werkzaamheden voor het programma 2018 zijn nog niet volledig uitgevoerd.

Afwaarderingen activa (N 572 duizend euro)
Met de invoering van de restwaarde zijn alle activa kritisch beoordeeld. Activa waarvan geconstateerd is dat deze ten onrechte een boekwaarde hebben zijn afgewaardeerd. Dit geeft een incidenteel nadeel van 572 duizend euro.

Later starten met afschrijven (460 duizend euro)
Door de wijziging van het startmoment van afschrijving  op nieuwe investeringen ontstaat een voordeel op de kapitaallasten. Deze stelselwijziging uit de Financiële Verordening 2018 treedt in vanaf 1 januari 2018. Dit betekent dat op een gereedgekomen investering pas op 1 januari van het volgende jaar wordt gestart met afschrijven. In de begroting 2018 was dit effect nog niet doorgevoerd.

Belastingen (V 173 duizend euro)
We hebben minder deklaraties ontvangen van schoolbesturen. Dit levert een voordeel op van 370 duizend euro. Daarnaast zijn een aantal aanslagen hoger dan begroot, dit levert een nadeel op van 229 duizend euro. Per saldo resteert een voordeel van 173 duizend euro.

Renteherziening (V 130 duizend euro)
Voor een aantal panden heeft een correctie plaatsgevonden naar het lagere ROP (Rente Omslag Percentage). Dit levert een voordeel op van 130 duizend euro.  

Overige voor- en nadelen binnen onderwijshuisvesting tellen op tot een nadeel 29 duizend euro.

Parkeerbedrijf (1,7 miljoen euro)
Het resultaat bij parkeerbedrijf bedraagt 1,7 miljoen euro positief en bestaat uit de volgende onderdelen:

Parkeren (V 1,520 miljoen euro)
Er is sprake van lagere lasten van 580 duizend euro, bestaande uit lagere kapitaallasten in verband met later startmoment afschrijvingen (100 duizend euro), lagere extra inzet stadstoezicht (150 duizend euro) en lagere overige kosten waaronder uitbesteed werk (150 duizend euro. Daarnaast is er sprake van hogere baten van 715 duizend euro,  ontstaan door hogere opbrengsten van parkeertickets. Dit als gevolg van een uitbreiding van het betaald parkeren-gebied dat we niet hadden begroot.

Het voordelig resultaat bij de parkeergarages bedraagt 132 duizend euro. In dit resultaat is verwerkt het nadelig effect als gevolg van het op nihil afwaarderen van parkeergarages (400 duizend euro). Dit nadelige effect wordt gecompenseerd door hogere opbrengsten (275 duizend euro) en lagere overige kosten (260 duizend euro) bij parkeergarages.

Tot slot leiden overige kleinere afwijkingen binnen parkeren tot een voordeel van 93 duizend euro

Fietsparkeren (V 144 duizend euro)
Lagere kosten voor niet planmatig onderhoud en uitbesteed werk veroorzaken een voordelige afwijking voor fietsparkeren. Overige kleinere afwijkingen binnen fiets parkeren tellen op tot een voordeel van 43 duizend euro.

Resultaat Grondzaken (V 11,2 miljoen euro)

Het resultaat op grondzaken bestaat uit meerdere posten:

Grondzaken binnen programma 8.7  Overig Wonen (V 1,015 miljoen euro)
Deze voordelige afwijking ontstaat door hogere erfpachtopbrengsten, verlaging van verliesvoorzieningen op grondexploitaties en winstnemingen.

Grondzaken overig binnen programma 2.4 Overig Economie (V 8,9 miljoen euro).

Het voordelige resultaat op de herziene grondexploitaties in 2018 vormt het belangrijkste bestanddeel van deze voordelige afwijking (4,3 miljoen euro inclusief Grote Markt). Daarnaast leiden (grond-)waarderingseffecten tot een voordeel van 3 miljoen euro. Slotcalculaties leiden tot 0,6 mln. voordeel, rente over de bij de jaarrekening 2018 gevormde reserve Eemskanaalzone leidt tot 0,2 mln. euro voordeel. Tot slot leiden overige resultaten op grond tot voordelen van samen 0,8 mln. euro.

Verkoop diverse kavels (V 1,5 miljoen euro)
In 2018 zijn diverse kavels verkocht die geen onderdeel uitmaken van de grondexploitaties. Hierdoor is een voordelig resultaat gerealiseerd van 1,5 miljoen euro.

De overige voor-en nadelen tellen op tot 0,2 miljoen euro nadelig resultaat. Voor een nadere onderbouwing van bovenstaande resultaten verwijzen wij naar de paragraaf Grondbeleid.

Stedelijk Investerings Fonds (V 3,9 miljoen euro)
Het resultaat Stedelijk Investerings Fonds (SIF) bestaat uit de volgende onderdelen:

Compensatie Boom effect analyse Kemkensberg SIF ( V 225 duizend euro)
De compensatie Boom Effect Analyse Kemkensberg wordt tijdelijk toegevoegd aan de reserve SIF en zal worden ingezet ter compensatie elders van groen dat is opgegeven in het kader van dit plan.

Projecten SIF (V 276 duizend euro)
Vanuit de reserve SIF zijn middelen beschikbaar gesteld voor projecten, waaronder de nieuwe huisvesting van het kunstencentrum VRIJDAG . Eind 2018 hebben we deze middelen niet geheel besteed.

Plankosten SIF (V 618 duizend euro)
In 2018 heeft de raad het kader voor het Stedelijk Investeringsfonds (SIF) vastgesteld waarin een aantal gebiedsontwikkelingsprojecten zijn benoemd. Voor deze SIF-projecten maken we ook plankosten. Dit zijn kosten voor planbegeleiding van projecten die niet kunnen worden verrekend en voorbereidende planontwikkelingskosten voordat een project door de raad is vastgesteld.
Eind 2018 valt van het begrote plankostenbudget in dit deelprogramma 618 duizend euro vrij. Dit heeft onder andere te maken met het later in het jaar opstarten of uitstellen van (deel-)projecten.
Uitvoeringsprogramma Binnenstad (V 159 duizend euro)
Het saldo van de vrijval op kapitaallasten en uitvoeringskosten wordt via de reserve SIF gereserveerd voor het uitvoeringsprogramma Binnenstad.

Regeling Ringsparen (V 431 duizend euro)
Samen met de provincie sparen we voor de verbetering van de Noordelijke, Oostelijke  en Westelijke Ringweg, in de verhouding 2/7 gemeente en 5/7 provincie. Sinds de jaarschijf 2018 zijn hiervoor vanuit extra beleid structurele middelen beschikbaar.

Middelen verkeersveiligheid (V 550 duizend euro)
In de begroting 2018 hebben we extra middelen gereserveerd uit het Stedelijk Investeringsfonds voor de aanpak van de verkeersveiligheid in onze gemeente. We volgen daarbij drie sporen. nl. de verbetering van objectief aantoonbaar onveilige locaties , samen met bewoners en wijken werken aan veiligheid en het voorkomen van nieuwe onveilige situaties met pro-actief, risico-gestuurd beleid. Eind 2018 valt van deze beschikbare middelen 550 duizend euro vrij.

Plankostenbudget Voorkeursvariant Oosterhamrikzone (V 575 duizend euro)
De raad heeft in juni 2018 besloten 1,05 miljoen euro aanvullende financiële middelen via het Stedelijk Investeringsfonds beschikbaar te stellen voor de dekking van de plankosten Voorkeursvariant Oosterhamrikzone. Van deze middelen resteert eind 2018 575 duizend euro.

Suikerfabriek V (1,3 miljoen euro)
In 2018 is door de raad besloten het gebiedsontwikkelingsproject Suikerfabriek terrein als project binnen het Stedelijk Investeringsfonds (SIF) aan te wijzen. Als uitvloeisel hiervan zijn voor de plankosten ontwikkeling Suikerfabriek terrein middelen vanuit het SIF gereserveerd. Eind 2018 valt hiervan 1,3 miljoen euro vrij.

Project Herinrichting Patrimoniumlociatie (N 232 duizend euro)
Het hier getoonde nadeel van 232 duizend euro op project Herinrichting Patrimoniumlocatie wordt gefinancierd vanuit ISV middelen die in de reserve SIF zijn opgenomen.

Intensiveringsmiddelen duurzaamheid (N 0,5 miljoen euro)
In 2018 is het Groningse kantoor van het Global Centre on Adaptation (GCA) geopend.  Het GCA is een mondiaal kenniscentrum dat landen, organisaties en bedrijven ondersteunt met kennis en advies op het gebied van klimaataanpassing. Deze opening ging gepaard met extra uitgaven wat een deel van de overschrijding op de beschikbare intensiveringsmiddelen duurzaamheid verklaart.
Daarnaast hebben we rijksmiddelen ontvangen via de decembercirculaire 2018 voor het programma Innovatieve aanpak energiebesparing (338 duizend euro). Deze middelen hebben we wel besteed maar niet meer in de begroting kunnen verwerken.

Plankosten externe projecten (V 366 duizend euro)
Op de beschikbaar gestelde middelen voor meerjarige projecten resteert 366 duizend euro.

Rente reserve beklemde reserve kapitaallasten (V 385 duizend euro)
In 2018 is rente vergoed over de beklemde reserve kapitaallasten (385 duizend euro). Deze rente dient nog te worden toegevoegd aan de reserve omdat nog niet gestart is met de afschrijving van betreffende projecten en het niet toevoegen in de latere jaren tot tekorten zou leiden.

Akkoord van Groningen (V 347 duizend euro)
Voor de uitvoering van het Akkoord van Groningen in 2018 heeft de raad 726 duizend euro beschikbaar gesteld. Dit is inclusief het resultaat van 2017. Daarnaast leveren de kennisinstellingen Rijks Universiteit Groningen, Universitair Medisch Centrum Groningen en Hanzehogeschool Groningen samen ook 500 duizend euro ten behoeve van de campagne City of Talent en andere projecten binnen het Akkoord. In totaal was in 2018 dus 1,226 miljoen euro beschikbaar. Eind 2018 valt van deze begrote middelen 347 duizend euro vrij, waarvan de helft de kennisinstellingen toebehoort.
De belangrijkste oorzaak van deze vrijval houdt verband met de totstandkoming van de hernieuwde strategische agenda (2018-2022).  Het proces van totstandkoming nam meer tijd in beslag dan verwacht. Daarnaast is een aantal projecten niet doorgegaan, later in het jaar gestart of uitgesteld.

Logiesbelasting (V 567 duizend euro)
In 2018 zijn de aanslagen 2017 opgelegd. In 2017 zijn er meer overnachtingen geweest dan begroot. Hierdoor vertoont de logiesbelasting een meeropbrengst van 567 duizend euro. Hiervan is 400 duizend euro structureel.

Precariobelasting (V 544 duizend euro)
Het aantal op te leggen precario aanslagen is moeilijk in te schatten en wisselt daardoor van jaar tot jaar. Door de sterk aangetrokken economie zijn er in 2018 hogere baten gerealiseerd dan begroot.

Veiligheidsregio (V 560 duizend euro)
Met name door meevallende opbrengsten is bij de Veiligheidsregio Groningen een positief resultaat ontstaan in 2018 van 1,3 miljoen euro. Het betreffen meevallers zowel in de sfeer van de rijksbijdrage en subsidies als op het gebied van detacheringsopbrengsten door de inzet bij industriële- en externe veiligheid voor andere Veiligheidsregio’s. De Veiligheidsregio Groningen heeft besloten dit resultaat in mindering te brengen op de bijdrage van de deelnemende gemeenten. Dit leidt voor de gemeente Groningen tot een voordeel van 550 duizend euro.

Groot onderhoud openbare ruimte (V 1,8 miljoen euro)
Het resultaat op budgetten groot onderhoud openbare ruimte wordt met name verklaard doordat een deel van de onderhoudsprojecten Wegen pas in 2019 volledig worden opgeleverd (1 miljoen euro). Daarnaast hebben we lagere kapitaallasten als gevolg van vertraging in de uitvoering van het investeringsplan beheer en onderhoud van wegen. In totaal een voordelige afwijking voor groot onderhoudsprojecten Wegen van 1,373 miljoen euro.
Voor de overige groot onderhoudsprojecten zien we een voordelig resultaat omdat een deel van deze projecten pas in het derde en het vierde kwartaal 2018 van start konden gaan - en ook voor een deel in 2019 volledig worden opgeleverd - waardoor de hiervoor begrote middelen deels vrijvallen (418 duizend euro).

Dotatie voorziening onderhoud graven (N 2,8 miljoen euro)
Het afgekochte grafonderhoud loopt via een voorziening. Voor de graven die voor 2018 zijn afgekocht (met een in leven zijnde rechthebbende) bedraagt de onderhoudsverplichting 3,83 miljoen euro in de komende tien jaar. Eind 2018 is de stand van de voorziening 1,078 miljoen euro. Conform voorschriften van het BBV hebben we voorziening aangevuld met een bedrag van 2,752 miljoen euro. Jaarlijks vindt er een onttrekking  aan de voorziening plaats ter hoogte van het in dat jaar benodigde onderhoudsbedrag. Daarnaast storten we jaarlijks een bedrag bij voor een (nieuw tiende) jaar. De hoogte van deze jaarlijkse bijstorting wordt elk jaar, bij het opstellen van de begroting, geactualiseerd op basis van gedetailleerde overzichten van al het afgekochte onderhoud.

Bedrijfsafval (V 744 duizend euro)
Het resultaat op de inzameling van bedrijfsafval is voordelig, vooral als gevolg van hogere opbrengsten bij klein gevaarlijk afval (248 duizend euro), bouw- en sloopafval (164 duizend euro) en papier en karton (77 duizend euro). Het resterende voordeel aan de batenkant van 146 duizend euro betreft een optelling van kleinere resultaten op de diverse afvalsoorten. Tegenover deze hogere opbrengsten staan hogere vuilverwerkingslasten (98 duizend euro). Daarnaast leidt de gewijzigde afschrijvingssystematiek tot lagere kapitaallasten (207 duizend euro).

WMO (N 3,4 miljoen euro)
Aan het eind van 2018 bedraagt het totale nadelige resultaat op de WMO 3,4 miljoen euro nadelig. Dit resultaat wordt gevormd door de volgende onderdelen:

Algemene voorzieningen huishoudelijke hulp (V 483 duizend euro)

We zien de kosten van de Algemene voorziening stijgen. In 2018 zijn ze 0,5 miljoen hoger dan in 2017, voor 2019 verwachten we opnieuw een forse stijging (nog los van de herindeling). Ondanks de kostenstijging, is het resultaat op de Algemene voorziening huishoudelijke hulp 483 duizend euro voordelig. Dit voordeel wordt voor een groot deel bepaald door een positief na-ijleffect van 2017.  Verder was er in de begroting een bedrag opgenomen voor ‘Overige diensten’, dat bedrag is vrijgevallen. Tot slot waren de zorgkosten over 2018 zelf iets lager dan wat hiervoor begroot was.

Wmo 18+ Zorg in natura (N 2,1 miljoen euro)

Voor de grenscorrectie Meerstad ontvangen we extra middelen. In de begroting hadden we er rekening mee gehouden dat dit zou zijn vanaf 2018, het is echter pas met ingang van 2019. Dit geeft een incidenteel nadeel van 400 duizend euro. Voor wat betreft de zorgkosten Wmo 18+ in natura zien we hogere aantallen en hogere verzilveringspercentages dan waar in de begroting mee gerekend was. Dat leidt tot een nadeel van 1,8 miljoen euro. Door het positieve effect van 0,1 miljoen euro van de meicirculaire is per saldo sprake van een nadeel van 2,1 miljoen euro.

Wmo voorzieningen inclusief vervoer (N 546 duizend euro)
De kosten voor het individueel vervoer, hulpmiddelen, scootmobielen en rolstoelen zijn gestegen doordat de tarieven gestegen zijn. De begroting 2018 is hierop wel aangepast, maar de aanpassing blijkt onvoldoende te zijn. Het totale nadeel over 2018 bedraagt 546 duizend euro.

Beschermd wonen (N 1,8 miljoen euro)

Naar aanleiding van het kostprijsonderzoek zijn de tarieven aangepast, deze tariefaanpassing heeft geleid tot een stijging van de kosten voor Zorg In Natura. Daarnaast is het aantal cliënten gestegen. Dit samen heeft geleid tot een stijging van de kosten voor Zorg in Natura tot 49,2 miljoen euro. Hierdoor daalt de geprognosticeerde vrijval voor de Groninger gemeenten naar 5,8 miljoen euro. Hierbij hebben we rekening gehouden met de 1,8 miljoen euro die wij extra vanuit de meicirculaire ontvangen.
Voor de gemeente Groningen betekent dit dat de geprognosticeerde vrijval van 3,8 miljoen euro daalt naar 2,0 miljoen euro. Per saldo een nadeel van 1,8 miljoen euro.

Meerkostenregeling (V 472 duizend euro)
Voor de meerkostenregeling was een budget van 2,1 miljoen euro beschikbaar. Hiervan is 1,6 miljoen daadwerkelijk ingezet. De oorzaak van het verschil is dat de tegemoetkoming vanaf 2018 alleen nog beschikbaar is voor inwoners die kunnen aantonen hogere kosten te hebben gemaakt vanwege chronische ziekte of beperking.

Overige resultaten tellen op tot  127 duizend euro voordelig.  

Tekort Jeugd (N 8,4 miljoen euro)
Op de jeugdhulp bedraagt het nadeel 8,4 miljoen euro. De belangrijkste oorzaak is de stijging in de kosten zorg in natura (ZIN), deze kosten zijn 8,8 miljoen euro hoger dan begroot. De bezuiniging die begroot was voor dit onderdeel van 250 duizend euro kon niet gerealiseerd worden. De stijging van de ZIN kosten wordt veroorzaakt door een stijging van de gemiddelde kosten per indicatie en een stijging van het aantal indicaties. Door extra inzet van de RIGG (onder andere in de Taskforce sturing uitgaven jeugdhulp) zijn de uitvoeringskosten 0,2 miljoen hoger dan begroot. Doordat de kosten voor de persoonsgebonden budgetten 0,6 miljoen euro lager zijn dan begroot, is per saldo het tekort op de Jeugd 8,4 miljoen euro.

Innovatiemiddelen Jeugd (V 580 duizend euro)
We hebben een deel van de innovatieactiviteiten bekostigd vanuit rijksmiddelen. Hierdoor houden we op onze gemeentelijke middelen 580 duizend euro over.

Afwikkeling subsidies oude jaren (V 2,0 miljoen euro)
Binnen het sociale domein hebben we, in het kader van Maatschappelijke Kosten en Baten analyse (MKBA), strakker op de verantwoording van subsidies gestuurd. Het totale voordeel bedraagt 2 miljoen euro. Dit voordeel bestaat voor 1,0 miljoen euro uit terugbetaling van subsidie van de MJD in verband met teveel vermogen opgebouwd uit niet bestede subsidies en voor 1 miljoen euro uit overige vrijval subsidies. Dit voordeel wordt ingezet voor de realisatie van de begrote bezuiniging MKBA van 1 miljoen euro.

Maatschappelijke opvang (V 444 duizend euro)
Het resultaat 2018 wordt onder meer veroorzaakt door een voordeel uit afrekening subsidies voorgaande jaren. Daarnaast is het Ministerie van VWS en de VNG overeengekomen dat elk van de 46 regio’s voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang via de centrumgemeente in 2018 een impuls van 25 duizend euro krijgt voor het organiseren van bestuurlijke samenwerkingsafspraken in de regio (bijvoorbeeld voor het inrichten van een secretarisfunctie of projectleider). Dit bedrag is opgenomen in  de decembercirculaire 2018.

Kansenbeleid (V 701 duizend euro)
Binnen het onderwijskansenbeleid ontvangen we rijksmiddelen die we aanvullen met gemeentelijke inzet. Het programma onderwijskansenbeleid is volgens planning uitgevoerd, maar een deel van de gemeentelijke inzet valt ook binnen de kaders van de rijksmiddelen en is ten laste gebracht van vrijvallende rijksmiddelen vanuit voorgaande jaren. Dit levert een incidenteel voordeel op binnen de gemeentelijke inzet.

Schuldhulpverlening (V 913 duizend euro)
Het voordelige resultaat binnen de schuldhulpverlening wordt voor 441 duizend euro veroorzaakt door nog niet ingezette rijksgelden. In de mei-circulaire 2018 is er vanuit het rijk extra geld voor de jaren 2018 tot en met 2020 ter beschikking gesteld voor de versterking van het gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid. Deze gelden worden in 2019 voor eurocoaches ingezet.
Daarnaast zijn de opbrengsten 290 duizend euro hoger dan begroot. Dit betreft onder andere hogere opbrengsten van buitengemeenten voor schuldbemiddeling en budgetbeheer, hoger opbrengsten bewindvoering en een detacheringsvergoeding en een bijdrage van Menzis voor het project Wanbetalers.
Tevens  zijn de lasten 180 duizend euro lager, dit wordt onder andere veroorzaakt door een vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren, vrijval van kosten betalingsverkeer en vrijval op overige bedrijfsvoeringsbudgetten.

Bijzondere bijstand (N 341 duizend euro)
Individuele en collectieve bijzondere bijstand (N 52 duizend euro)
De nadelige afwijking op de bijzonder bijstand van 52 duizend euro bestaat uit een nadeel op de individuele bijzondere bijstand van 177 duizend euro en een voordeel op de collectieve bijzondere bijstand van 125 duizend euro.
Het nadeel op de individuele bijzonder bijstand wordt veroorzaakt door enerzijds hogere uitgaven voor de maaltijdvoorziening, laptopregeling en anderzijds door het niet realiseren van de besparing op de kosten van beschermingsbewind. Vanaf maart 2018 is het nieuwe beleid in werking getreden en gaan de burgers gefaseerd (over een periode van drie jaar) overstappen van een externe naar de gemeentelijke bewindvoerder. Dit heeft in 2018 nog niet geleid tot een merkbaar financieel voordeel, terwijl bij het samenstellen van de begroting 2018 we uitgegaan zijn van een financieel voordeel van 0,3 miljoen euro. Door een lagere dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren komt het uiteindelijk nadeel op de individuele bijzonder bijstand uit op 177 duizend euro.
Het voordeel op de collectieve bijzondere bijstand wordt vooral veroorzaakt door lagere uitgaven in het kader van individuele studietoeslag en lagere uitgaven tegemoetkoming ouderbijdrage schoolgeld.

Individuele Inkomenstoeslag (N 435 duizend euro)
Het resultaat op de individuele inkomenstoeslag is 435 duizend euro nadelig. Dit nadeel wordt veroorzaakt doordat we vanaf 2018 meer klanten ambtshalve de toeslag verstrekken in plaats van op aanvraag. Tevens is er een stijging te zien van het aantal mensen dat recht heeft op de toeslag. Deze stijging wordt veroorzaakt, doordat het aantal klanten dat langer dan vijf jaar in de bijstand zit groter wordt.

Wet kinderopvang (V 101 duizend euro)
In 2018 hebben we 101 duizend euro minder uitgeven aan vergoedingen voor de Wet Kinderopvang dan begroot. In het verleden hadden we tekorten op deze post. Daarom hebben we het beleid aangepast. We zijn strenger met het toekennen van vergoedingen. Aan de andere kant zoeken we ook naar mogelijkheden om voor bepaalde doelgroepen de toekenning te versoepelen.

Collectieve ziektekostenverzekering (V 45 duizend euro)
In 2018 is er vanuit extra beleid een bedrag van 255 duizend euro structureel beschikbaar gekomen voor de verhoging van de premies collectieve ziektekostenverzekering. Doordat de werkelijke premies iets lager uitvallen is er een incidentele vrijval van 45 duizend euro.

Buig (V 1,0 miljoen euro)
Ten opzichte van de begroting  is sprake een voordeel van 1,0 miljoen euro op uitkeringen die onder de BUIG vallen. De uitkeringslasten zijn 3,4 miljoen euro hoger dan  begroot. Dit nadeel wordt onder meer veroorzaakt door nominale stijging van uitkeringen, hogere incidentele uitgaven bij eindafrekeningen in december, een stijging van het aantal IOAW-uitkeringen en een afwijking tussen de verwachte en gerealiseerde kosten van de gemiddelde uitkering bij de WWB. Hier  tegenover staat een voordelige afwijking door een incidentele vrijval van 2,7 miljoen euro op de voorziening dubieuze debiteuren. Deze vrijval is ontstaan door een andere waarderingssystematiek. Tot slot leidt een beroep op de vangnetregeling in verband met het in 2018 gerealiseerd tekort in 2018 tot een voordeel van 1,7 miljoen euro.

Transitievergoeding SW (V 535 duizend euro)
In het laatste kwartaal 2018 is bekend geworden dat vanaf april 2020 compensatie kan worden geclaimd voor een deel van de transitievergoedingen aan werknemers die 104 weken ziek zijn geweest. Bij deze regeling kan met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2015 compensatie worden aangevraagd bij het UWV. Wij verwachten dat onze claim over de periode 2015-2018 613 duizend euro bedraagt. Het betreft een incidenteel voordeel waarvoor we  een vordering op het UWV hebben opgenomen. Daarnaast is in 2018 aan SW medewerkers 78 duizend euro meer transitievergoeding verstrekt dan waarmee rekening was gehouden in de begroting, een incidenteel nadeel. Per saldo resteert een voordeel van 535 duizend euro.

Statushouders (V 1,4 miljoen euro)
Over de periode 2016-2017 resteren incidentele rijksmiddelen verhoogde asielinstroom. Omdat er een vertraging zit in de besteding van de middelen voor inburgering, huisvesting en de begeleiding van statushouders naar onderwijs en/of werk, besteden we deze middelen in 2018 en 2019.

WIJ huisvesting (N 311 duizend euro)
Het beschikbare huisvestingsbudget voor de WIJ was in 2018 ontoereikend. Het nadeel bedraagt 311 duizend euro. Hiervan heeft 185 duizend euro betrekking op kosten waarvan we niet konden voorzien dat deze voor rekening van de gemeente zouden komen. 2018 was een overgangsjaar waarin ervaring met de nieuwe constructie Stichting WIJ is opgedaan. Voor 2019 zijn heldere afspraken gemaakt om deze situatie in de toekomst te voorkomen. De overige 126 duizend euro heeft betrekking op nagekomen kosten 2017 en onvoorziene uitgaven en planvormingskosten huisvesting WIJ.

Werk in Zicht (V 1,6 miljoen euro)
Werk in Zicht (WIZ) is een regionaal samenwerkingsverband voor de arbeidsmarktregio Groningen. Gemeente Groningen is centrumgemeente voor regionale samenwerking en voor de subregio Centraal. Binnen dit samenwerkingsverband worden diverse projecten uitgevoerd. In 2018 zijn niet alle middelen besteed. Omdat het om een regionaal samenwerkingsverband gaat nemen we de resterende middelen van 1,6 miljoen euro mee naar 2019.
Van het voordeel heeft 1,2 miljoen euro betrekking op de uitvoering 1000-banenplan. In 2018 is gewerkt aan de uitwerking en uitvoering van het plan. Niet alle ontvangen middelen zijn besteed in 2018, omdat het project later is gestart in verband met afstemming met alle betrokken partijen en de doorlooptijd van inkoopprocedure.
Het overige voordeel is een optelsom van voordelen op het samenwerkingsverband zelf en diverse projecten te weten: sectorplannen SW organisaties, sluitende aanpak werkzoekende jongeren, grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling met Duitsland, arbeidsparticipatie mensen met een psychische beperking en Matchen op Werk.

Afwijkingen ten opzichte van Voortgangsrapportage 2018-II
In Voortgangsrapportage 2018-II (VGR 2018-II) verwachtten we een nadeel van 14 miljoen euro. Daarmee is het rekeningresultaat 2018 ten opzichte van de prognose in de voortgangsrapportage 53,9 miljoen voordeliger.

Het bedrag van 53,9 miljoen euro gerelateerd aan het lastentotaal in de actuele begroting van 995 miljoen euro betekent een afwijking van afgrond 5,0%. Daarmee is deze afwijking op totaalniveau niet meer binnen onze norm (3% van het lastentotaal) voor begrotingsbeheer. Er zijn echter een tweetal grote posten die dit beeld verstoren:

Resultaat grondzaken (V 11,2 miljoen)
Het resultaat op grondzaken is 11,2 miljoen euro positief. Bij de VGR 2018-II was nog geen prognose afgegeven.  Onder andere de herzieningen van de grondexploitaties hebben in het vierde kwartaal plaatsgevonden en komen in 2019 in de raad. Winstnemingen en beoordeling verliesvoorzieningen waren pas na het opstellen van de VGR-II goed in beeld en daarmee niet voorzienbaar. Grondzaken was al wel als onzekerheid opgenomen.   

Voordeel Gemeentefonds (V 22,4 miljoen)
Het voordeel op het Gemeentefonds ten opzichte van de prognose bedraagt 22,4 miljoen euro, waarvan onder andere de uitkering van de stroppenpot van 13,7 miljoen deel uitmaakt. Dit was als onzekerheid al wel gemeld bij de VGR-II, maar nog niet in de cijfers meegenomen. Daarnaast zijn de uitkomsten van de decembercirculaire ten tijde van het opstellen van de VGR 2018-II nog niet bekend, daarmee is dit resultaat ten opzichte van de prognose niet voorzienbaar.

Als we bovenstaande posten buiten beschouwing laten voor het oordeel over ons begrotingsbeheer, blijven we met 2,5% binnen de norm van 3% van het lastentotaal.

Naast bovengenoemde verschillen lichten we hieronder de verschillen > 500 duizend euro toe.

BTW compensatiefonds (V 1,2 miljoen euro)
In 2018 is een aantal langlopende suppleties, die zijn ingediend over voorgaande jaren, door de belastingdienst beschikt. Ten tijde van het opstellen van de VGR 2018-II  was nog niet bekend of de belastingdienst zou instemmen met de ingediende suppleties, dit resultaat was daarmee onvoorzienbaar.

Bezuinigingen (N 2,2 miljoen euro)
Het resultaat op bezuinigingen wijkt 2,2 miljoen nadelig af ten opzichte van de afgegeven prognose van niet gerealiseerde bezuinigingen van 4,6 miljoen euro. Bij het opstellen van de VGR 2018-II was nog niet bekend wat het effect van de invoering van restwaarde op maatschappelijk vastgoed zou zijn. De financiële verordening met daarin de gewijzigde uitgangspunten is vastgesteld in oktober. Wij hebben daarna per gebouw de restwaarde bepaald en de onderhoudsbenadering toegepast. Het effect van 1,2 miljoen euro nadelig resultaat was daarmee onvoorzienbaar ten tijde van het opstellen van VGR 2018-II. Daarnaast zijn er nog een aantal posten waaronder minder gerealiseerde bezuiniging bij Vastgoed van 415 duizend euro ten opzichte van de afgegeven prognose. Wij hadden verwacht dit jaar met de verkoopopbrengst van een aantal gebouwen deze besparing te realiseren. De verkoop is door verschillende oorzaken echter doorgeschoven naar 2019 (deels voorzienbaar).  Tot slot nog de besparingen op de eigen organisatie. Het gaat hier vooral om reductie van de personele omvang wat meer tijd kost. Het resultaat is daarom ook 563 duizend euro nadeliger dan in VGRII gemeld (deels voorzienbaar).

Saldo financieringsfunctie (N 556 duizend euro)
In het verleden zijn er voor diverse activa interne rente tarieven gehanteerd die hoger of lager waren dan het rente-omslagpercentage. Het is conform het BBV echter alleen toegestaan om afwijkende percentages te hanteren, indien sprake is van afzonderlijk aangetrokken leningen (projectfinanciering). Aanpassing naar het hanteren van het rente-omslagpercentage leidt tot lagere rentelasten op het inhoudelijke programma en tot een nadeel op de financieringsfunctie van 547 duizend euro. Dit effect hebben we bij de VGR 2018-II niet verwerkt, maar was wel voorzienbaar.  Een aantal kleinere posten tellen op tot een nadeel van 9 duizend euro.

Business case Outsourcing ICT (V 1,1 miljoen euro)
De business case outsourcing is een meerjarig project. Door verschuivingen tussen jaren kunnen op jaarbasis afwijkingen ontstaan. De doorrekening hiervan heeft plaatsgevonden na het opstellen van de VGR 2018-II. Dit was wel voorzienbaar.

Organisatie ontwikkelingskosten en opleidingen (N 1,0 miljoen euro)
Het nadeel op organisatieontwikkelkosten en opleidingen van 1,0 miljoen euro is bij de VGR 2018-II niet benoemd, maar was wel voorzienbaar.

Bedrijfsvoering (N 1,3 miljoen euro)
Bij een aantal onderdelen in de organisatie is er een afwijking in de lasten van de bedrijfsvoering. Dit betreft met name personeelskosten. Per saldo geeft dit 1,9 miljoen euro aan hogere lasten, bij de VGR 2018-II gingen we nog uit van een tekort van 621 duizend euro. Bij de rekening is het nadeel becijferd op 1,9 miljoen euro, een extra nadeel van 1,4 miljoen euro. Dit was deels voorzienbaar.

Flankerend beleid (N 528 duizend euro)
De besteding uit flankerend beleid kan van tijd tot tijd fluctueren. Voor een groot deel betreft het medewerkers in het kader van de ICT outsourcing. In totaal betekent dit een nadeel van 528 duizend euro. Bij de VGR 2018-II was nog niet bekend dat het beroep op flankerend beleid vanuit de ICT outsourcing zo hoog zou zijn (deels voorzienbaar).

Frictiekosten (N 3,4 miljoen euro)
Het nadeel op de frictiekosten was bij de VGR 2018-II niet bekend. De analyse hierop vind plaats op basis van de einde jaarcijfers. Het resultaat op de frictiekosten is wel voorzienbaar bij de VGR 2018-II.

Extra Beleid (V 4,8 miljoen euro)
Ten tijde van het opstellen van de VGR 2018-II gaat men er vaak vanuit dat het grootste deel van het nog beschikbare extra beleid nog weggezet wordt in het lopende jaar. Dat is echter om uiteenlopende redenen niet het geval geweest. Deels was dit voorzienbaar, bij de VGR 2018-II was een voordeel gemeld van 2,2 miljoen euro, bij de rekening blijkt dit 4,8 miljoen hoger uit te vallen.  

Gebiedsgericht werken (V 732 duizend euro )
Bij de VGR 2018-II was een voordeel gemeld van 1,5 miljoen euro. Bij de rekening valt dit 732 duizend euro hoger uit. Het gebiedsprogramma kent een bestedingstermijn van 2 jaar. Het resultaat was deels te voorzien.

OZB (2,1 miljoen euro)
We hebben een opbrengst OZB geraamd in de begroting van 65,7 miljoen euro. De opbrengst was 2,1 miljoen hoger. Ten tijde van de VGR 2018-II waren nog niet alle aanslagen opgelegd en bezwaren afgehandeld. Het extra resultaat was onvoorzienbaar.

Bouwleges (V 2,7 miljoen euro)
Na het opstellen van de VGR 2018-II is het aantal bouwaanvragen fors gestegen, waardoor er een meeropbrengst is gerealiseerd. Daarnaast is er bij de grote projecten een meeropbrengst ontstaan doordat er bouwaanvragen begroot zijn voor 2019, echter toch nog gerealiseerd in 2018. Deze  resultaten waren bij de VGR 2018-II niet voorzienbaar.

Onderwijshuisvesting (V 559 duizend euro)
De gemeente heeft een wettelijke taak om huisvesting te verzorgen voor scholen in het primair en secondair onderwijs. In dit kader worden aan scholen beschikkingen afgegeven om werkzaamheden uit te voeren aan de schoolgebouwen. De werkzaamheden voor het programma 2018 zijn nog niet volledig uitgevoerd. Dit was bij het opstellen van de VGR 2018-II deels voorzienbaar.

Parkeerbedrijf (V 1,7 miljoen euro)
Het resultaat in 2018 ontstaat voornamelijk bij straatparkeren. Ten tijde van het opstellen van de VGR 2018-II was er nog geen goed beeld van dit resultaat, dit was echter wel voorzienbaar.

SIF (V 3,9 miljoen euro)
Projecten die vanuit het Stedelijk investerings fonds gefinancierd worden kennen vaak een langere doorlooptijd. In de betreffende deelprogramma’s worden deze resultaten toegelicht. Een overzicht van de totale bestedingen is opgenomen in de jaarrekening (overzicht 11). Bij de VGR 2018-II is al een deel naar de reserve teruggeboekt,  doorrekening heeft daarna bij het opstellen van de jaarrekening plaatsgevonden. Daarmee was dit deels voorzienbaar bij de VGR 2018-II.

Intensiveringsmiddelen duurzaamheid (N 0,5 miljoen euro)
Bij de VGR 2018-II was geen prognose afgegeven. Naast het ontstane tekort vanwege extra uitgaven voor de opening van het Global Centre on Adaptation hebben we rijksmiddelen ontvangen via de decembercirculaire 2018 voor het programma Innovatieve aanpak energiebesparing. Deze middelen hebben we wel besteed maar niet meer in de begroting kunnen verwerken. Dit resultaat was deels niet voorzienbaar.

Groot onderhoud openbare ruimte (V 541 duizend euro)
Het resultaat op budgetten groot onderhoud openbare ruimte van 1,8 miljoen euro wordt met name veroorzaakt doordat diverse projecten die zijn gepland voor 2018 voor een deel niet (geheel) zijn uitgevoerd in 2018. Bij de VGR 2018-II is een resultaat gemeld van 1,3 miljoen euro. Dit resultaat was deels wel voorzienbaar.

Dotatie voorziening onderhoud graven (N 2,7 miljoen euro)
Conform BBV regels hebben we een voorziening onderhoud graven gevormd. Doorrekening van de benodigde hoogte hiervan heeft plaatsgevonden in het 4e kwartaal. Dit was wel voorzienbaar ten tijde van het opstellen van de VGR 2018-II.

Bedrijfsafval (V 744 duizend euro)
Bij VGR 2018-II was op basis van peildatum juni 2018 nog niet te voorzien of met name de stijging van de opbrengsten zich conform 2017 zou ontwikkelen. Er is daarom gekozen om nog geen prognose af te geven. Daarnaast was het exacte bedrag van de vrijval kapitaallasten op Bedrijfsafval nog niet helder en daarom niet meegenomen in de prognose.

WMO (V 518 duizend euro)
Het totale resultaat op de WMO bedraagt 3,4 miljoen euro nadelig. Bij de VGR 2018-II is een prognose afgegeven van een nadeel van 3,9 miljoen euro. Het rekeningresultaat is daarmee 518 duizend euro verbeterd ten opzichte van de prognose, dit was niet voorzienbaar.

Kansenbeleid (V 701 duizend euro)
Binnen het onderwijskansenbeleid ontvangen we rijksmiddelen die we aanvullen met gemeentelijke inzet. Het programma onderwijskansenbeleid is volgens planning uitgevoerd, maar een deel van de gemeentelijke inzet valt ook binnen de kaders van de rijksmiddelen en is ten laste gebracht van vrijvallende rijksmiddelen vanuit voorgaande jaren. Dit levert een incidenteel voordeel op binnen de gemeentelijke inzet. Dit voordeel was ten tijde van het opstellen van de VGR 2018-II nog niet becijferd, wel voorzienbaar.

Schuldhulpverlening (V 913 duizend euro)
Het voordelige resultaat binnen de schuldhulpverlening wordt voor 441 duizend euro veroorzaakt door nog niet ingezette rijksgelden die via de mei-circulaire 2018 beschikbaar zijn gekomen. Daarnaast zijn de opbrengsten 290 duizend euro hoger dan begroot. Dit resultaat was ten tijde van het opstellen van de VGR 2018-II nog niet becijferd, wel voorzienbaar.

Bijzondere bijstand (V 508 duizend euro)
Bij de VGR 2018-II was een prognose afgegeven van een nadeel van 849 duizend euro. Het rekeningresultaat van 341 duizend euro nadelig pakt daarmee 508 duizend euro positiever uit. Het resultaat bestaat uit een aantal posten welke bij de VGR 2018-II niet voorzienbaar waren.

BUIG (V 2,5 miljoen euro)
Ten opzichte van de VGR 2018-II valt het resultaat op de BUIG 2,5 miljoen voordeliger uit. Dit wordt voornamelijk verklaard uit de incidentele vrijval op de voorziening dubieuze debiteuren die bij VGR 2018-II nog niet bekend was (2,7 miljoen euro voordeel), het beroep op de vangnetuitkering dat hoger uitpakt dan verwacht (0,8 miljoen euro voordeel) en hogere uitgaven bij eindafrekeningen in december dan voorzien (0,8 miljoen euro nadeel). Daarmee was het resultaat deels voorzienbaar.

Statushouders (V 815 duizend euro)
Door vertraging in de afhandeling en opbouw van de inburgering, huisvesting en de begeleiding van statushouders naar onderwijs en/of werk is een groot deel van de middelen dat hiervoor bestemd is, dit jaar niet ingezet. Eind dit jaar is het programma VAS afgebouwd en vindt de ondersteuning aan statushouders in de lijn bij DMO en bij Werk plaats. Eind 2018 is het coördinatiepunt bij Werk van start gegaan. Bij de VGR 2018-II was een resultaat afgegeven van 600 duizend euro voordelig, het rekening resultaat pakt 815 duizend euro voordeliger uit. Dit was deels voorzienbaar.

Werk in Zicht (V 1,6 miljoen euro)
Van het voordeel heeft 1,2 miljoen euro betrekking op de uitvoering 1000-banenplan. Het overige voordeel is een optelsom van voordelen op het samenwerkingsverband zelf en diverse projecten. Bij de VGR 2018-II is geen prognose afgegeven. Dit resultaat was voor ongeveer de helft voorzienbaar, maar niet gemeld bij de VGR. De andere helft was niet voorzienbaar en is het gevolg van de vertraging in de uitvoering van het 1000-banenplan.

ga terug