Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Beschikbaar weerstandsvermogen

Beschikbaar weerstandsvermogen

Het beschikbaar weerstandsvermogen wordt gevormd door de middelen die beschikbaar zijn om het nadelige effect van risico’s te kunnen opvangen. Dit is de optelsom van alle elementen die daadwerkelijk kunnen worden ingezet om niet-begrote kosten te dekken.

De middelen die we tot de tot het beschikbare weerstandsvermogen rekenen, zijn:

  • Algemene Egalisatiereserve (AER);
  • (Bestemmings-)reserves, voor zover de raad geen besluit heeft genomen over de inzet;
  • Post onvoorzien in de begroting;
  • Niet structureel ingezette intensiveringsmiddelen;
  • Onbenutte belastingcapaciteit;
  • Stille reserves.

Buffers (in grondexploitaties) rekenen we niet mee tot het beschikbare weerstandsvermogen. Buffers die kunnen worden ingezet om het effect van een specifiek risico op te vangen, zoals bijvoorbeeld het geprognosticeerde voordeel in de grondexploitatie Meerstad, brengen we in mindering op het risico. Daarmee leiden buffers, via een verlaging van het risico tot een verlaging van het benodigd weerstandsvermogen.

Het beschikbaar weerstandsvermogen in de rekening 2018 is als volgt opgebouwd:

Beschikbaar weerstandsvermogen rekening 2018

aandeel

incidenteel

structureel

wsv*

1. Reserves

36.325

35,7%

2. Stille reserves

50.000

49,1%

3. Structurele ruimte in intensiveringsbudgetten (bedrag x2)

12.940

12,7%

4. Onbenutte belasting capaciteit (bedrag x2)

7.905

7,8%

7. Post onvoorzien (bedrag x2)

332

0,3%

Totaal beschikbaar weerstandsvermogen

86.325

21.177

Beschikbaar weerstandsvermogen begroting 2019 

107.503

Beschikbaar weerstandsvermogen rekening 2017 (jaarschijf 2018)

137.107

Afname beschikbaar weerstandsvermogen tov rekening 2017

29.604

Het beschikbare weerstandsvermogen is 107,5 miljoen euro. Dit is 29,6 miljoen euro lager dan in de rekening 2017. Deze bestaat voor 30,4 miljoen euro uit een verlaging van de reserves en een toename van 0,8 miljoen euro van de overige onderdelen van het weerstandsvermogen.
De belangrijkste afwijkingen bij de reserves zijn:

  • Een onttrekking van het begrote tekort 2019 van 9,7 miljoen euro;
  • Een onttrekking van 2,4 miljoen euro voor een sluitende meerjarenbegroting (2019-2022);
  • Een onttrekking van 22,5 miljoen euro in 2019 aan de reserves conform de afspraken van het coalitie akkoord;
  • Een onttrekking van 9,8 miljoen euro in 2019 voor de businesscase outsourcing ICT (conform raadsbesluit definitieve gunning OGICT, 7034273);
  • Een toevoeging van 9,9 miljoen euro in 2019 uit het resultaat van de rekening 2018 van Groningen;
  • Een toevoeging van 4,1 miljoen euro door de reserves van Haren en Ten Boer (hierin zitten de rekeningresultaten 2018 van Haren en Ten Boer van samen 1,8 miljoen euro negatief verwerkt.

In het coalitieakkoord opgenomen onttrekkingen aan het weerstandsvermogen
In het coalitie akkoord wordt rekening gehouden met een onttrekking aan het weerstandsvermogen van in totaal 32,4 miljoen euro (9,8 miljoen euro en 22,5 miljoen euro) in de komende vier jaar. Voor het weerstandsvermogen houden we vanaf 2019 rekening met de volledige onttrekking aangezien deze middelen nodig zijn voor een sluitend meerjarenbeeld. Deze middelen kunnen niet meer op een andere manier worden ingezet (zonder bestaand beleid aan te tasten).

De toename van 0,8 miljoen euro van de overige onderdelen van het beschikbaar weerstandsvermogen komt door:

  • Een toename van de onbenutte belastingcapaciteit met 1,7 miljoen euro door rekening te houden met de opbrengst in Haren en Ten Boer en een verhoging van de OZB belasting in 2019;
  • Het niet meer meenemen van een buffer van 1,0 miljoen euro uit de bouw- en grondexploitatie Grote Markt / Forum. Deze post is in mindering gebracht op het risico Forum;
  • Een toename van de post onvoorzien van 0,1 miljoen euro door toevoeging van de post onvoorzien van Haren en Ten Boer.

Omvang onderliggende reserves
Voor het weerstandsvermogen houden we rekening met alle reserves die kunnen worden ingezet voor het opvangen van risico’s. Daarnaast kunnen ook bestemmingsreserves worden meegerekend, voor zover de middelen in de bestemmingsreserve niet gelabeld zijn (en naar verwachting niet op korte termijn gelabeld zullen worden). De reserves die op dit moment meetellen in het weerstandsvermogen zijn:

Reserves in weerstandsvermogen

Rekening

Rekening

Verschil

2018

2017

1. Algemene Egalisatie Reserve (AER)

16.384

20.144

-3.760

2. Grondzaken en grondbank

-3.511

24.822

-28.333

3. Reserve Sociaal Domein

500

500

0

4. Reserve onderwijshuisvesting

1.212

1.215

-3

5. Reserve Martiniplaza BV

3.916

3.916

0

6. Reserve Ten Boer

767

164

603

7. Reserve geluidsreducerend asfalt

225

300

-75

8. Reserve kunstvoorraad CBK

1.647

1.647

0

9. Reserve bodemsanering

1.485

2.025

-540

10. Reserve Groninger Monumentenfonds

932

932

0

11.Reserve Forum garage

6.200

5.600

600

12. Reserve kunst op straat

441

521

-80

13. Reserve parkeren

5.778

2.289

3.489

14. Reserve recreatiegebied Kardinge

349

361

-12

15. Exploitatierisico Forum

0

2.321

-2.321

Beschikbare weerstandscapaciteit

36.325

66.757

-30.432

Per saldo wordt 30,4 miljoen euro onttrokken aan het weerstandsvermogen. De raad heeft bij het vaststellen van de begroting 2017 besloten voor de algemene egalisatiereserve een minimumniveau van 20 miljoen euro te hanteren. In bovenstaand overzicht ligt de AER onder de 20 miljoen euro. Daarnaast ligt de stand van de reserve grondzaken/grondbank onder 0. Dit is ook zo in de begroting 2019 opgenomen. Bij de bespreking van de begroting 2019 hebben we toegezegd bij de actualisering van de kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement terug te komen op hoe we meerjarig met de reserves om willen gaan. We stellen voor in de tussentijd een lagere AER toe te staan.

We merken daarbij wel op dat in de AER en de reserve grondzaken/grondbank voor het weerstandsvermogen rekening wordt gehouden met toekomstige onttrekkingen in de jaren 2020-2022 waardoor de werkelijke (boekhoudkundige) stand van de reserves afwijkt van de stand die we meenemen voor het weerstandsvermogen. Er zijn dus meer middelen aanwezig in de reserve, maar we rekenen niet alles mee in het beschikbaar weerstandsvermogen omdat ze niet meer vrij besteedbaar zijn.

In de AER bijvoorbeeld wordt rekening gehouden met onttrekkingen in 2020 van 6,0 miljoen euro. Deze onttrekkingen zijn nodig voor een sluitende meerjarenbegroting.
Een ander voorbeeld hiervan zijn de middelen in de reserve grondzaken/grondbank die nodig zijn voor dekking van de kapitaallasten van de bovenwijkse voorzieningen Meerstad. De raad heeft besloten de eerste jaarschijven van de kapitaallasten ten laste van de reserve grondzaken te brengen. Voor 2020 – 2022 gaat het in totaal om nog 6,0 miljoen euro. Voor de bepaling van het beschikbaar weerstandsvermogen nemen we deze middelen niet meer mee. In werkelijkheid duurt het nog tot en met 2022 tot alle middelen uit de reserve zijn onttrokken.
Dit geldt ook voor de onttrekking van 22,5 miljoen euro die is opgenomen uit het coalitie akkoord. Voor het weerstandsvermogen nemen we deze middelen niet meer mee omdat deze nodig zijn voor uitgaven in de komende jaren. Maar 7,2 miljoen euro hiervan wordt pas in de jaren 2020-2022 onttrokken.

Onderstaande overzichten verklaren de verschillen bij de algemene egalisatiereserve en de reserve grondzaken/grondbank tussen de daadwerkelijk beschikbare middelen in de reserve in de rekening 2018 (stand eind 2018) en wat wordt meegenomen in het weerstandsvermogen (stand eind 2019). De verschillen bestaan uit claims die op de reserves rusten en begrote mutaties 2019.

Algemene egalisatie reserve

Boekhoudkundig saldo 31/12/2018

37.229

(inclusief reserves Haren en Ten Boer)

Claims in de AER

- Dekking knelpunten bezuinigingen 2019

-2.821

- Dekking knelpunten bezuinigingen 2020

-1.348

- Reservering voor tekort 2020

-4.670

- Claim nacalculatie projecten

-632

- Inv.fonds sport LTC Hoogkerk

-80

Totaal claims

-9.551

Begrote mutaties 2019

- Aanvulling weerstandsvermogen

1.848

- Begrotingssaldo, verrekening wsv

-59

- MJOP fase 2 Martiniplaza

45

- Vervroegde aflossing Royal Bank of Scotland

594

- Compensatiepakket groen en duurzaamh Eelde

150

- Bijdr toekomst GAE/terugst G-kwadraat 2019-2037

300

- Begrotingstekort 2019

-9.728

- Inzet weerstandsvermogen coalitieakkoord via GZ

0

- Onttrekking WSV voor opgave

-2.430

- Saldo financieel perspectief via de AER

89

- Mutaties reserve Haren

-2.489

- Mutaties reserves Ten Boer

389

- Overig

-3

Totaal begrote mutaties 2019

-11.294

Algemene egalisatiereserve eind 2019

16.384

(=stand 2019 voor weerstandsvermogen)

Reserve grondzaken

Boekhoudkundig saldo 31/12/2018

32.585

Claims

- Reservering voor kapitaallasten bovenwijkse

   voorzieningen Meerstad 2019

-3.517

- Reservering voor kapitaallasten bovenwijkse

   voorzieningen Meerstad 2020-2022

-6.063

Totaal claim

-9.580

Begrote mutaties 2019

- Jaarlijkse onttrekking grondzaken

-2.500

- Dekking Outsoursing ICT

-9.800

- Resultaat grondzaken 2018

8.146

- Begrote toevoeging 2019

108

- Inzet weerstandsvermogen coalitieakkoord 2019

-15.250

- Inzet weerstandsvermogen coalitieakkoord 2020-2022

-7.220

Totaal begrote mutaties 2019

-26.516

Reserve grondzaken eind 2019

-3.511

(=stand 2019 voor weerstandsvermogen)

Overige onderdelen van het beschikbaar weerstandsvermogen
Naast de reserves tellen de overige onderdelen van het beschikbaar weerstandsvermogen op tot 71,2 miljoen euro. De overige onderdelen van het beschikbaar weerstandsvermogen zijn:

  • Stille reserve Enexis   50 miljoen euro
  • Structurele ruimte in intensiveringsbudgetten    12,9 miljoen euro
  • Onbenutte belastingcapaciteit   7,9 miljoen euro
  • Post onvoorzien   0,3 miljoen euro

    Totaal   71,2 miljoen euro

Stille reserve Enexis
Voor het beschikbaar weerstandsvermogen houden we rekening met de stille reserve in de waarderingen van onze Enexis aandelen. We houden hier rekening met 50 miljoen euro. Dit past binnen de meest recente waardering van de Enexis aandelen die jaarlijks wordt uitgevoerd. Dit is niet gewijzigd ten opzichte van de rekening 2017.

Structurele ruimte in intensiveringsbudgetten
Indien de inzet van intensiveringsbudgetten jaarlijks kan worden overwogen, nemen we deze middelen mee in het beschikbaar weerstandsvermogen. Dit is het geval als de middelen niet structureel zijn ingezet en er geen meerjarige verplichtingen zijn aangegaan.
Voor de beschikbare intensiveringsmiddelen is bepaald dat 6,5 miljoen euro niet structureel is ingezet. Omdat het structurele middelen zijn nemen we deze voor 2 jaarschijven mee in het beschikbaar weerstandsvermogen 12,9 miljoen euro). Dit is niet gewijzigd ten opzichte van de rekening 2017.

Onbenutte belastingcapaciteit
We houden rekening met een onbenutte belastingcapaciteit van 5% van de OZB opbrengst voor woningen en niet-woningen. De geraamde OZB opbrengst in 2019 is 79,1 miljoen euro. Dit betekent dat we voor het beschikbaar weerstandsvermogen rekening houden met een verhoging van 4,0 miljoen euro. Omdat het structurele middelen zijn nemen we deze voor 2 jaarschijven mee in het beschikbaar weerstandsvermogen (7,9 miljoen euro). De verhoging ten opzichte van de rekening 2017 ontstaat door de toevoeging van de OZB opbrengst van Haren en Ten Boer en de verhoging van de OZB-tarieven in 2019. Hierdoor kunnen we ook meer toerekenen aan het weerstandsvermogen.

Post onvoorzien
De post onvoorzien kan jaarlijkse worden ingezet voor onvoorziene gebeurtenissen en kan worden toegerekend aan het beschikbaar weerstandsvermogen. De totale post onvoorzien in 2019 is 166 duizend euro. Omdat het structurele middelen zijn nemen we deze voor 2 jaarschijven mee in het beschikbaar weerstandsvermogen (0,3 miljoen euro).

We houden in het beschikbaar weerstandsvermogen geen rekening meer met een risicobuffer in de bouw- en grondexploitatie Grote Markt (dit was in 2017 nog 1,0 miljoen euro). Zoals we eerder in deze paragraaf al hebben aangegeven rekenen we buffers (in grondexploitaties) niet meer mee tot het beschikbare weerstandsvermogen. Buffers die kunnen worden ingezet om het effect van een specifiek risico op te vangen, brengen we in mindering op het risico zelf. Daarmee leiden buffers, via een verlaging van het risico tot een verlaging van het benodigd weerstandsvermogen.
De buffer in de bouw- en grondexploitatie is gekoppeld aan een risico bij de exploitatie van het Groninger Forum. Voor de periode 2020-2024 wordt het tekort bij het Groninger Forum geraamd op 3,3 miljoen euro. Dit tekort kan worden opgevangen met de reserve exploitatierisico Forum (saldo is 2,3 miljoen euro) en voor zover nodig met de buffer binnen de bouw- en grondexploitatie Grote Markt. Voor het weerstandsvermogen betekent dit dat we geen rekening gehouden met het risico op een tekort, maar ook niet met de reserve exploitatierisico Forum en de buffer in de bouw- en grondexploitatie.