Paragraaf 9: Bedrijfsvoering

Mobiliteit

Mobiliteit

Een belangrijke uitdaging is om in een moeilijker wordende arbeidsmarktsituatie de nieuwe en huidige medewerkers optimaal inzetbaar te houden. Mobiliteit biedt kansen voor iedereen en betekent ‘een leven lang leren’. We willen brede (duurzame) inzetbaarheid realiseren. Dat vereist weten wat je wilt en kunt, kansen zien en creëren, initiatief, zichtbaarheid en lef tonen en de bereidheid om je voortdurend te ontwikkelen en verder te professionaliseren. Ook uitstroom naar buiten is mobiliteit. In een organisatie waarin we taken outsourcen of processen op een andere wijze organiseren, zullen functies wijzigen of verdwijnen. Bewegen moet gewoon zijn en hiervoor nemen we belemmerende factoren weg. We vinden het belangrijk dat de medewerker zelf regie voert. Wij als werkgever faciliteren hierin. Dit hebben we gedaan door onder andere:

  • Meer verbinding te zoeken met externe partners, zoals Noorderlink;
  • Een nieuwe opzet te maken voor flankerend beleid; het palet aan ondersteuningsmaatregelen voor medewerkers bij een organisatieverandering. Speerpunt hierbij is de zogeheten pre mobiliteitsfase. Bij de eerste tekenen van een toekomstige organisatieverandering wordt de medewerkers de mogelijkheid geboden om zich op die verandering voor te bereiden;
  • Een nieuwe opzet te maken van de gesprekkencyclus. Deze wordt digitaal ondersteund door youforce;
  • De invulling van de strategische personeelsplanning op te nemen in de jaarlijkse directieplannen;
  • Een opleidingsaanbod te maken dat aansluit bij de mobiliteit van medewerkers van krimpfuncties naar groeifuncties;
  • Het organiseren van een opleidingsweek.

Ons uitgangspunt blijft het aanstellen van medewerkers bij structureel werk. Een flexibele schil blijft nodig om als organisatie wendbaar te kunnen zijn bij fluctuaties in de hoeveelheid werk, voorzienbare krimp, seizoenswerk of ziektevervanging. Werving vindt in eerste instantie plaats binnen de groep herplaatsers, gevolgd door deelnemers aan de mobiliteitspool. We hebben één punt, Matchpunt, waar vraag en aanbod voor inhuur van zowel in- als externe krachten samenkomen.

Externe inhuur
In 2018 is beleid vastgesteld om meer te sturen op externe inhuur. Als organisatie hebben we externe inhuur beslist nodig, maar het gaat er steeds meer om die bewust in te zetten en af te wegen ten opzichte van andere alternatieven zoals tijdelijke ambtelijke contracten en de interne mobiliteit.
Mobiliteit en externe inhuur zijn opgenomen in de directieplannen en daarmee onderdeel van de sturing in het ritma van de Planning en Control cyclus.
Landelijk zien we dat de externe inhuur fors gestegen is. In de groep 100.000+ gemeenten van 17 % in 2016 naar 20% in 2017. In Groningen hebben we de stijging in 2018 ondanks de economische groei en de krapte op de arbeidsmarkt weten te beperken tot een halve procent. Te weten van 14,9 % naar 15,4% van de gerealiseerde loonsom + externe inhuur.
De totale externe inhuur bedroeg in 2018 36,2 miljoen euro (15,4%). Nog steeds is er een releatief groot aandeel externe inhuur dat te maken heeft met lopende reorganisaties en de outsoucing van ICT. Deze inhuur is bedoeld om boventalligheid na reorganisatie of outsourcing te voorkomen en flexibel om te kunnen gaan met verandering/nieuwe taken zoals bijvoorbeeld de invoering van de omgevingswet.

De externe inhuur bij de directie Informatie & Services vormt een groot deel van de totale inhuur. De externe inhuur bedroeg daar in 2018 10,5 miljoen euro. Dit is bijna 30% van de totale externe inhuur. Een andere directie met een grote externe inhuur is Stadsontwikkeling (7,3 miljoen). Bij Stads-ontwikkeling zijn de gevolgen te merken van het aantrekken van de economie. Vooraf is niet altijd exact in te schatten hoeveel extra capaciteit nodig is. Dit is afhankelijk van het wel/niet doorgaan van grote investeringsprojecten.
De economische ontwikkeling heeft ook haar effect op de arbeidsmarkt. Hierdoor neemt de externe inhuur toe in verband met moeilijk vervulbare vacatures.
Tegelijkertijd zien we een daling van het volume externe inhuur bij de directies Maatschappelijke ontwikkeling en Publieke dienstverlening. De reorganisaties zijn daar afgerond waardoor vacante functies definitief ingevuld konden gaan worden.

Prestatie indicatoren mobiliteit en externe inhuur
We verantwoorden in dit onderdeel de indicatoren. Als er geen gegevens beschikbaar zijn staat er een streepje.

prestatie indicator(en)

Behaald
2016

Behaald
 2017

Beoogd
 2018

Behaald
 2018

landelijk gemiddelde 2017

Externe inhuur (kosten als % van totale loonsom + totale kosten externen)

15,20%

16,60%

14,90%

15,4%

20%

Instroom – aantal medewerkers in dienst

-

276

-

272

-

Uitstroom – aantal medewerkers uit dienst

-

317

-

260

-

Interne mobiliteit - % medewerkers dat veranderd is van functie of afdeling ten opzichte van het totaal aantal medewerkers aan het begin van het jaar

-

2,10%

-

3,04%

6,9%