Programma 4: Welzijn, gezondheid en zorg

4.1.3 Positief opgroeien

Ieder kind heeft talenten en telt mee. Kinderen en jongeren leren gaandeweg verantwoordelijkheid te
dragen voor zichzelf en hun omgeving. We boden jeugdigen kansen om hun talenten te ontwikkelen, actief mee te doen op school en met activiteiten in de vrije tijd. We investeerden in een positieve opvoeding, succesvolle schoolloopbaan en een brede ontwikkeling van kinderen en jongeren omdat dat het fundament vormt voor hun welzijn, economische zelfstandigheid, meedoen aan de samenleving en democratisch burgerschap. Investeren in een positief opvoedklimaat en een stimulerende omgeving is extra nodig voor kinderen en jongeren die opgroeien in een meer risicovolle omgeving en voor wie gezondheid, veiligheid en talentontwikkeling niet vanzelfsprekend zijn. Tijdig signaleren en voorkomen van (risico’s op) ontwikkelingsachterstanden heeft als resultaat dat op termijn (risico’s op) ontwikkelingsachterstanden en ernstige problemen minder vaak voorkomen.

Onder de noemer van Positief Opgroeien werkten we aan de ontwikkeling van een samenhangend preventief jeugdprogramma met als doel dat alle kinderen en jongeren gezond, veilig en kansrijk opgroeien, bij voorkeur in hun eigen omgeving, en dat ze gehoord worden. De wijkgerichte aanpak van Positief Opgroeien kreeg vorm in samenwerking met kernpartners in de wijk, zoals scholen, kinderopvang, WIJ-teams en jeugdgezondheidszorg. Op wijkniveau is gezamenlijk gewerkt aan het ontwikkelen en borgen van een positief opvoed klimaat en een preventieve basis ondersteuningsstructuur die aansluit bij de specifieke situatie in de wijk. Met deze integrale samenwerking gericht op preventie streven we naar het optimaliseren van de bestaande situatie in een bepaalde wijk, naar effectiever en resultaat gerichter inzetten van bestaande middelen en naar het op termijn terugdringen van de vraag naar individuele (specialistische) jeugdhulp.

Positief Opgroeien sluit aan bij het landelijk Actieprogramma zorg voor jeugd en bij de provinciale Transformatieagenda jeugdhulp. Het stelt het kind-perspectief en de eigen kracht van kinderen en jongeren centraal en sluit aan bij het verdrag Rechten van het kind . Deze rechten bestrijken, evenals Positief opgroeien, thema’s als educatie, gezondheid, veiligheid en participatie, belangrijk voor jeugdigen om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.

Activiteiten elders in deze jaarrekening die deel uitmaken van Positief Opgroeien zijn gemarkeerd met

Wat wilden we bereiken in 2018?

  • De effectiviteit en efficiency van preventief jeugdbeleid stedelijk en in de wijken vergroten;
  • Positieve opvoedkracht van ouders en een positief opvoedklimaat in de directe omgeving van de jeugdige versterken;
  • De participatie en zeggenschap van kinderen en jongeren versterken;
  • Jeugdigen ontwikkelen hun talenten op het terrein van sport, cultuur, natuur en duurzaamheid, techniek en ICT;
  • Actieve en gezonde jeugdigen (gezonde leefstijl en gezonde voeding);
  • De preventieve ondersteuning in het onderwijs versterken en daarmee de vraag naar jeugdhulp en de risico’s op schoolverzuim en vroegtijdig schoolverlaten zonder startkwalificatie beperken;
  • De integrale aanpak van kwetsbare, overbelaste jongeren (18-23 jaar) zonder startkwalificatie, die niet in beeld zijn, niet naar school gaan en die geen uitkering en ook geen inkomen uit werk hebben, versterken met als doel dat ze - met startkwalificatie - zo zelfstandig mogelijke kunnen functioneren in de samenleving;
  • Jeugdigen met (risico op) ontwikkelingsachterstanden (zoals kinderen van ouders met psychische en/of verslavingsproblemen) gelijke ontwikkelingskansen geven en verdere toename van ontwikkelingsachterstand en de vaak daarmee gepaard gaande problemen voorkomen;
  • Voorkomen en tegengaan van criminaliteit, vandalisme en overlast door jeugd(groepen).

Wat hebben we hiervoor gedaan?

  • In drie (Focus)wijken - Selwerd, Paddepoel en Tuinwijk (SPT), Lewenborg en de Wijert - hebben we in samenwerking met partners gewerkt aan het ontwikkelen van een integrale aanpak voor de jeugd. In twee wijken heeft dit, met ondersteuning vanuit de Hanzehogeschool, al geleid tot een integraal wijkplan Positief Opgroeien 2019;  
  • In meerdere wijken is door partners samen gewerkt aan het ontwikkelen en borgen van een positief opvoedklimaat in school, de opvang en de wijk door onder andere implementatie van de vreedzame school en de vreedzame wijk;
  • De participatie en zeggenschap van kinderen en jongeren is op stedelijk niveau verder versterkt door de inzet van de jongerenombudsman, de kinderburgemeester, de raad van kinderen en het voortbestaan van Jimmy's. Op wijkniveau hebben vreedzame kinderraden bijgedragen aan het vergroten van de participatie van kinderen. Op regionaal niveau is gezamenlijk vanuit de RIGG de website Storytelling opgezet waar jongeren hun ervaringen en hun meningen met elkaar kunnen delen.
  • We zijn in blijven zetten op het stimuleren van een gezonde leefstijl, gezonde voeding en op het voldoende bewegen door Groningen Fit uit te breiden naar meerdere wijken en door te blijven investeren in het bewegingsonderwijs en bewegen en sporten in de wijk (Bslim) en in zwemonderwijs en het zwemvangnet dat wil zeggen het behalen van een zwemdiploma door kinderen die opgroeien in armoede;
  • We hebben jeugdigen mogelijkheden geboden om hun talenten op het terrein van sport, cultuur, natuur en duurzaamheid, techniek en ICT te ontwikkelen;
  • We voeren op dringend verzoek van het onderwijs en in samenwerking met het onderwijs (samenwerkingsverbanden passend onderwijs en schoolbesturen) en WIJ-Groningen een aantal pilots uit die extra collectieve laagdrempelige ondersteuning in het onderwijs, met name het speciaal onderwijs, betreffen;
  • Bieden van extra ondersteuning vanuit Leerlingzaken en RMC aan kwetsbare, overbelaste jongeren (18-23 jaar) zonder startkwalificatie, die niet in beeld zijn, niet naar school gaan en die geen uitkering en ook geen inkomen uit werk hebben;
  • Verdere implementatie van de nieuwe methodiek Plus-Min-Mee bij de aanpak van problematische jeugdgroepen. Deze methodiek draagt ook bij aan het versterken van de samenwerking tussen alle betrokken partijen.

Conclusie

Er wordt steeds meer samengewerkt - op stedelijk en wijkniveau - tussen maatschappelijke partners  en tussen gemeente en partners. Het onderling vertrouwen groeit. Ook vindt er steeds meer inhoudelijke afstemming plaats tussen verschillende programma's waardoor de effectiviteit en resultaatgerichtheid van onze gezamenlijke inspanning toeneemt. Op termijn zal dit, naar onze verwachting, leiden tot meetbare resultaten en kostenbesparing.

ga terug