Programma 1: Werk en inkomen

Financiën

Wat heeft het gekost?

In dit onderdeel geven wij per deelprogramma een toelichting op de afwijking in de baten en de lasten
> 250 duizend euro.

Financiële toelichting

1.1Werk en activering

Lasten

Baten

Saldo

Afwijking

2.320

2.151

4.471

Sociale Werkvoorziening (V 1,4 miljoen euro)
Subsidietekort SW (V 244 duizend euro)
In de actuele begroting is er rekening mee gehouden dat de directe loonkosten SW hoger zijn dan de subsidie SW van het rijk, waardoor sprake is van een subsidietekort. Bij de jaarrekening bedraagt het voordeel op het subsidietekort 244 duizend euro. Dit wordt veroorzaakt door de volgende afwijkingen ten opzichte van de begroting:

  • Er is een voordeel op de loonkosten SW van 159 duizend euro. Via de integratie uitkering sociaal domein zijn meer middelen voor de uitvoering van de Wsw (Wet sociale werkvoorziening) ontvangen dan waarmee rekening is gehouden in de begroting. Dit is het gevolg van de landelijk achterblijvende uitstroom SW in 2017 en de loonprijsindexatie. De uitstroom van de gemeente Groningen is weliswaar lager uitgevallen maar lag wel boven de landelijke uitstroom. Hierdoor valt voor de gemeente Groningen het budget hoger uit dan de toename van de loonkosten SW waardoor een voordeel ontstaat van 159 duizend euro.
  • De kosten van begeleid werken nemen met 85 duizend euro af. Dit is het gevolg van de terugloop van het aantal personen dat hieraan deelneemt omdat de toegang tot de SW is afgesloten. Als gevolg van deze krimp daalt de eveneens de hiermee gemoeide subsidie.

Omzet SW-bedrijf (V 119 duizend euro)
Het voordeel op de netto toegevoegde waarde (NTW) van 206 duizend euro wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de materiaalkosten lager zijn uitgevallen dan we hadden verwacht. De omzet detacheringen SW valt daarentegen 87 duizend euro lager uit. Dit wordt mede veroorzaakt doordat sprake is van een hogere terugval dan was voorzien van gedetacheerde SW-medewerkers naar het beschutte bedrijf en een licht stijgend ziekteverzuim. De terugval en het licht stijgend ziekteverzuim zijn mogelijk het gevolg van de vergrijzing van de doelgroep. Als gevolg daarvan valt het aantal declarabele uren bij een aantal opdrachtgevers lager uit dan waar in de begroting rekening mee is gehouden. Door het verhogen van een deel van de detacheringstarieven bleef het nadeel beperkt.

Transitievergoeding SW (V 535 duizend euro)
In het laatste kwartaal 2018 is bekend geworden dat vanaf april 2020 compensatie kan worden geclaimd voor een deel van de transitievergoedingen aan werknemers die 104 weken ziek zijn geweest. Bij deze regeling kan met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2015 compensatie worden aangevraagd bij het UWV. Wij verwachten dat onze claim over de periode 2015-2018 613 duizend euro bedraagt. Het betreft een incidenteel voordeel waarvoor we  een vordering op het UWV hebben opgenomen. Daarnaast is in 2018 aan SW medewerkers 78 duizend euro meer transitievergoeding verstrekt dan waarmee rekening was gehouden in de begroting, een incidenteel nadeel. Per saldo resteert een voordeel van 535 duizend euro.

Nieuw beschut (V 321 duizend euro)
In de begroting 2018 zijn we voor nieuw beschut uitgegaan van 78 personen aan het eind van 2018. Het rijk heeft het quotum voor 2018 voor de gemeente Groningen vastgesteld op 70 plaatsingen aan het eind van het jaar. Uiteindelijk hebben we 48 mensen weten te plaatsen op een nieuwe beschutte werkplek in 2018. De instroom was hoger. Uitval wordt vooral veroorzaakt doordat de match tussen de doelgroep en werk niet altijd goed op elkaar aansluit. Door het lager uitvallen van de aantallen, vallen de kosten van de begeleiding van nieuw beschut eveneens lager uit waardoor een voordeel is ontstaan van 159 duizend euro. Daarnaast ontvangen we over de gerealiseerde aantallen nieuw beschut in 2018 een bonus van 162 duizend euro. Totaal bedraagt het voordeel 321 duizend euro.

Bedrijfsvoeringskosten SW (V 200 duizend euro)
De kosten van de afdeling personeelszaken SW zijn 200 duizend euro lager uitgevallen. Het lager uitvallen van de kosten wordt vooral veroorzaakt doordat op het opleidingsbudget SW 130 duizend euro wordt overgehouden. Daarnaast zijn we vanaf dit jaar 70 duizend euro voordeliger uit op doelgroepenvervoer SW. Dit is grotendeels het gevolg van het nieuwe contract dat voordeliger uitvalt voor de SW.

Werk in Zicht (V 1,6 miljoen euro)
Werk in Zicht (WIZ) is een regionaal samenwerkingsverband voor de arbeidsmarktregio Groningen. Gemeente Groningen is centrumgemeente voor de regionale samenwerking en voor de subregio Centraal. Binnen dit samenwerkingsverband worden diverse projecten uitgevoerd. In 2018 zijn niet alle middelen besteed. Omdat het om een regionaal samenwerkingsverband gaat nemen we de resterende middelen van 1,6 miljoen euro mee naar 2019.
Van het voordeel heeft 1,2 miljoen euro betrekking op de uitvoering 1000-banenplan. In 2018 is gewerkt aan de uitwerking en uitvoering van het plan. Niet alle ontvangen middelen zijn besteed in 2018, omdat het project later is gestart in verband met afstemming met alle betrokken partijen en de doorlooptijd van inkoopprocedure.
Het overige voordeel is een optelsom van voordelen op het samenwerkingsverband zelf en diverse projecten te weten: sectorplannen SW organisaties, sluitende aanpak werkzoekende jongeren, grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling met Duitsland, arbeidsparticipatie mensen met een psychische beperking en Matchen op Werk.

Extra investering middelen BUIG (V 327 duizend euro)
Vanuit middelen voor extra beleid is er in 2018 voor de Maatregelen BUIG 695 duizend euro beschikbaar voor vouchers, borging KIK, intensieve begeleiding jongeren en parttime uit de uitkering. De grootste vrijval betreft borging KIK (232 duizend euro) dit wordt veroorzaakt doordat de borging pas later in het jaar is gestart. Dit had geen consequenties voor de uitvoering.  In 2018 is hiervan 368 duizend euro uitgegeven.

Participatiebudget (neutraal)
De middelen van het participatiebudget zijn volledig benut.

Bedrijfsvoeringskosten (V 856 duizend euro)
Dit voordeel wordt verklaard door een verschuiving in de overheadkosten. Het budget is opgenomen bij dit deelprogramma, terwijl de kosten verantwoord zijn bij programma 14.

Vorming en opleiding (V 193 duizend euro)
Het resultaat op vorming en opleiding bedraagt op dit deelprogramma 193 duizend voordelig omdat de kosten van vorming en opleiding verantwoord worden bij programma 14.1, terwijl het budget onder dit programma is opgenomen.

Overige afwijkingen (V 95 duizend euro)

De overige afwijkingen tellen op tot een voordeel van 95 duizend euro

1.2 Inkomen en armoedeverlichting

Lasten

Baten

Saldo

Afwijking

-3.664

5.834

2.170

BUIG (V 1,042 miljoen euro)
Ten opzichte van de begroting is sprake een voordeel van 1,042 miljoen euro op uitkeringen die onder de BUIG vallen. De uitkeringslasten zijn 3,4 miljoen euro hoger dan begroot. Dit nadeel wordt onder meer veroorzaakt door nominale stijging van uitkeringen, hogere incidentele uitgaven bij eindafrekeningen in december, een stijging van het aantal IOAW-uitkeringen en een afwijking tussen de verwachte en gerealiseerde kosten van de gemiddelde uitkering bij de WWB. Hier tegenover staat een voordelige afwijking door een incidentele vrijval van 2,7 miljoen euro op de voorziening dubieuze debiteuren. Deze vrijval is ontstaan door een andere waarderingssystematiek. Tot slot leidt een beroep op de vangnetregeling in verband met het in 2018 gerealiseerd tekort in 2018 tot een voordeel van 1,7 miljoen euro.

Bijzondere bijstand (N 341 duizend euro)
Individuele en collectieve bijzondere bijstand (N 52 duizend euro)
De nadelige afwijking op de bijzonder bijstand van 52 duizend euro bestaat uit een nadeel op de individuele bijzondere bijstand van 177 duizend euro en een voordeel op de collectieve bijzondere bijstand van 125 duizend euro.
Het nadeel op de individuele bijzonder bijstand wordt veroorzaakt door enerzijds hogere uitgaven voor de maaltijdvoorziening, laptopregeling en anderzijds door het niet realiseren van de besparing op de kosten van beschermingsbewind. Vanaf maart 2018 is het nieuwe beleid in werking getreden en gaan de burgers gefaseerd (over een periode van drie jaar) overstappen van een externe naar de gemeentelijke bewindvoerder. Dit heeft in 2018 nog niet geleid tot een merkbaar financieel voordeel, terwijl bij het samenstellen van de begroting 2018 we uitgegaan zijn van een financieel voordeel van 0,3 miljoen euro. De totale besparing die we vanaf 2021 beogen door het zelf uitvoeren van beschermingsbewind, wordt wel gerealiseerd. Door een lagere dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren komt het uiteindelijk nadeel op de individuele bijzonder bijstand uit op 177 duizend euro.
Het voordeel op de collectieve bijzondere bijstand wordt vooral veroorzaakt door lagere uitgaven in het kader van individuele studietoeslag en lagere uitgaven tegemoetkoming ouderbijdrage schoolgeld.

Individuele Inkomenstoeslag (N 435 duizend euro)
Het resultaat op de individuele inkomenstoeslag is 435 duizend euro nadelig. Dit nadeel wordt veroorzaakt doordat we vanaf 2018 meer klanten ambtshalve de toeslag verstrekken in plaats van op aanvraag. Tevens is er een stijging te zien van het aantal mensen dat recht heeft op de toeslag. Deze stijging wordt veroorzaakt, doordat het aantal klanten dat langer dan vijf jaar in de bijstand zit groter wordt.

Wet kinderopvang (V 101 duizend euro)

In 2018 hebben we 101 duizend euro minder uitgeven aan vergoedingen voor de Wet Kinderopvang dan begroot. In het verleden hadden we tekorten op deze post. Daarom hebben we het beleid aangepast. We zijn strenger met het toekennen van vergoedingen. Aan de andere kant zoeken we ook naar mogelijkheden om voor bepaalde doelgroepen de toekenning te versoepelen.

Collectieve ziektekostenverzekering (V 45 duizend euro)
In 2018 is er vanuit extra beleid een bedrag van 255 duizend euro structureel beschikbaar gekomen voor de verhoging van de premies collectieve ziektekostenverzekering. Doordat de werkelijke premies iets lager uitvallen is er een incidentele vrijval van 45 duizend euro.

Bijstand op maat (V 84 duizend euro)
Voor de pilot Bijstand op Maat was 590 duizend euro beschikbaar in 2018. De uitgaven voor onder andere uitzendkrachten en de inzet van de Rijks Universiteit bedragen 506 duizend euro. Het project loopt door in 2019.

Schuldhulpverlening (V 913 duizend euro)
Het voordelige resultaat binnen de schuldhulpverlening wordt voor 441 duizend euro veroorzaakt door nog niet ingezette rijksgelden. In de mei-circulaire 2018 is er vanuit het rijk extra geld voor de jaren 2018 tot en met 2020 ter beschikking gesteld voor de versterking van het gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid. Deze gelden worden in 2019 voor eurocoaches en schuldhulpverlening in de wijken ingezet. Hiermee zetten wei in op preventie.
Daarnaast zijn de opbrengsten 290 duizend euro hoger dan begroot. Dit betreft onder andere hogere opbrengsten van buitengemeenten voor schuldbemiddeling en budgetbeheer, hogere opbrengsten bewindvoering en een detacheringsvergoeding en een bijdrage van Menzis voor het project Wanbetalers.
Tevens zijn de lasten 180 duizend euro lager, dit wordt onder andere veroorzaakt door een vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren, vrijval van kosten betalingsverkeer en vrijval op overige bedrijfsvoeringsbudgetten.

Bijstandsverlening Zelfstandigen, BBZ (N 212 duizend euro)
Het nadeel op de BBZ vloeit voor uit een extra omzetting van leningen in 'om niet verstrekkingen' van ongeveer 0,8 miljoen euro, als uitvloeisel van een wijziging in het fiscale regime voor zelfstandigen in 2017 van papieren loon naar eindloonheffing. Dit wordt in 2018 voor 75% vergoed door het rijk. Per saldo resteert een nadeel van 212 duizend euro.

Afwikkeling subsidies (V 96 duizend euro)
Binnen het sociale domein hebben we, in het kader van Maatschappelijke Kosten en Batenanalyse (MKBA), strakker op de verantwoording van subsidies gestuurd. Dit heeft op dit deelprogramma tot een bate van 96 duizend euro geleid.

Vorming gemeenschappelijke Backoffice (N 58 duizend euro)
Landelijk wordt voor de uitvoering van de bijstand gewerkt aan de ontwikkeling van een Gemeenschappelijke Backoffice Inkomen (GBI). Deze maakt uitvoering van backoffice-taken op landelijk of regionaal niveau mogelijk. Hierdoor gaan we uit van een besparing op de uitvoeringskosten van structureel 250 duizend euro vanaf 2018. Deze besparing hebben wij niet gerealiseerd in 2018. De vorming van het GBI loopt vertraging op en is op zijn vroegst in 2021 operationeel. Doordat er een vrijval is op een aantal bedrijfsvoeringsbudgetten hebben we een groot deel van de besparing in 2018 incidenteel kunnen realiseren.

Kostentoerekening (V 296 duizend euro)
Door een wijziging in de kostenverdeling is op dit deelprogramma een voordeel ontstaan van 296 duizend euro.

Vorming en opleiding (V 281 duizend euro)
Het resultaat op vorming en opleiding bedraagt op dit deelprogramma 281 duizend euro voordelig. De kosten van vorming en opleiding worden verantwoord bij programma 14.1 terwijl het budget onder dit programma is opgenomen. Dit geeft bij dit programma een voordeel en bij programma 14.1 een nadeel. Per saldo is 106 duizend euro overgebleven, ondanks dat alle aangevraagde opleidingen zijn toegekend.

Overige afwijkingen (V 68 duizend euro)
De overige afwijkingen tellen op tot een voordeel van 68 duizend euro.